verzekeren

This is the 3892nd most frequent Dutch word.


verzekeren

To assure, to ensure, or to insure.


Here, 'verzekeren' is used as 'to assure', indicating providing assurance or certainty to someone.

Ik verzeker je dat ik vandaag op tijd zal zijn.

I assure you that I will be on time today.


In this sentence, 'verzekeren' means 'to insure', referring to obtaining insurance coverage against potential risks or damages.

Heb je jezelf verzekerd voor schade aan je fiets?

Have you insured yourself for damage to your bicycle?


Here, 'verzekeren' conveys the meaning of 'to make sure', which implies verifying or ensuring a condition or state is as desired.

Hij verzekerde zich ervan dat alles goed was voorbereid.

He made sure that everything was well prepared.