#212 - De impact van 'de dood van God' op onze samenleving en met name jongeren (met Menno de Bree en Stefan Paas)

NPO Radio 1 / EO

De Ongelooflijke Podcast

#212 - De impact van 'de dood van God' op onze samenleving en met name jongeren (met Menno de Bree en Stefan Paas)

De Ongelooflijke Podcast

Dit is een podcast van EO voor NPO Radio 1.

This is a podcast from EO for NPO Radio 1.

Dus ik ben van 74, dus waarom had ik het nou makkelijker als twintiger?

So I am 74, so why would it have been easier for me as a twenty-something?

Omdat ik nog christen was.

Because I was still a Christian.

Cultureel.

Cultural.

Niet dat ik naar de kerk ging.

Not that I went to church.

In de zin dat je bijvoorbeeld heel naïef vertrouwt in de goede aard van de mens.

In the sense that you, for example, trust very naively in the good nature of humanity.

Dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt.

That it will all be alright in the end.

Kijk, en die liedjes heb ik nog wel geleerd op de zondagsschool.

Look, and I still learned those songs in Sunday school.

Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde.

Hush now, wait a while, everything will be new, the heavens and the earth.

Weet je wat?

Do you know what?

Dat is echt een heel slecht, indoctrinerend liedje.

That is really a very bad, indoctrinating song.

Ja, nee, maar begrijp het niet.

Yes, no, but do not understand it.

NPO Radio 1.

NPO Radio 1.

EO.

EO.

De Ongelooflijke Podcast.

The Incredible Podcast.

Met David Bogert.

With David Bogert.

Hey, goed dat je luistert.

Hey, good that you are listening.

Welkom bij aflevering 212 van de Ongelooflijke Podcast.

Welcome to episode 212 of the Incredible Podcast.

Het gebeurt eens in de zoveel tijd dat er ergens een stuk verschijnt in de krant of in het tijdschrift.

Every now and then, an article appears somewhere in the newspaper or in a magazine.

En ik het gelijk van allerlei kanten krijg opgestuurd.

And I am receiving it from all sides immediately.

David, dit is interessant.

David, this is interesting.

Dit is echt iets voor de ongelooflijkheid.

This is really something for incredulity.

En dat gebeurde dus ook met het essay wat we vandaag gaan bespreken.

And that also happened with the essay we are going to discuss today.

Een essay uit het FD, het Financiële Dagblad.

An essay from FD, the Financial Daily.

En het gaat over de mentale problemen van veel jongeren vandaag.

And it's about the mental problems of many young people today.

Maar niet alleen jongeren, denk ik.

But I think it's not just young people.

Want het gaat over de druk van de moderne maatschappij.

Because it is about the pressure of modern society.

Je moet iets maken van je leven.

You have to make something of your life.

Je moet presteren.

You need to perform.

Je moet ontdekken wie je echt bent.

You need to discover who you really are.

En wat het leven voor jou voor betekenis heeft.

And what meaning life has for you.

En in dat essay las ik op een gegeven moment een fascinerende zin.

And in that essay, I read a fascinating sentence at one point.

Generatie Z.

Generation Z.

Dus zeg maar de tieners en twintigsten.

So just say the teenagers and twenties.

De tieners en twintigers van nu.

The teenagers and twenty-somethings of today.

Is de eerste generatie die de dood van God begint te internaliseren.

It is the first generation that begins to internalize the death of God.

En dat heeft belangrijke gevolgen.

And that has important consequences.

Dat stelt onze gast van vandaag.

That is what our guest of today states.

Filosoof Menno de Brea.

Philosopher Menno de Brea.

Hij is vaste essayist en voorheen columnist van het FD.

He is a regular essayist and former columnist for the FD.

En daarnaast was hij twintig jaar docent aan het Universitair Medisch Centrum Groningen.

And in addition, he was a lecturer at the University Medical Center Groningen for twenty years.

En hij stelt dat we vaak voor mentale problemen, zoals bijvoorbeeld burn-outs.

And he states that we often face mental problems, such as burnout for example.

Naar de psychologische of sociologische oorzaken kijken.

Look at the psychological or sociological causes.

Terwijl het ten diepste, zo zegt hij, ook vooral een fysiologische.

"While it is fundamentally, as he says, primarily a physiological matter."

Een filosofisch probleem is.

A philosophical problem is.

Een probleem dat te maken heeft met de dood van God.

A problem that has to do with the death of God.

Zoals Nietje het verwoorde.

As Nietje put it.

En dat zegt Menno overigens als niet-gelovig filosoof.

And Menno says that as a non-believing philosopher, by the way.

Interessant, dachten wij.

Interesting, we thought.

Dus ik spreek hem uiteraard samen met vaste gast Theoloog Stefan Paes.

So I will obviously speak with him together with regular guest Theologian Stefan Paes.

Hij is professor aan de VU in Amsterdam en de Theologische Universiteit Utrecht.

He is a professor at VU in Amsterdam and the Theological University Utrecht.

Menno de Brea, welkom in de Ongelooflijke.

Menno de Brea, welcome to the Incredible.

Dankjewel.

Thank you.

Mooi dat je er bent.

Nice that you are here.

We gaan zo meteen natuurlijk de diepte in en zo.

We're going to dive into the depth of it shortly.

Maar ik was even benieuwd.

But I was just curious.

Of jij en Stefan elkaar een beetje kunnen vinden vandaag.

If you and Stefan can connect a little today.

Want ik kwam al een thema tegen.

Because I already encountered a theme.

Waar volgens mij echt een onoverbrugbare kloof is tussen jullie.

Where I believe there is really an unbridgeable gap between you.

Kijk.

Look.

En dat is natuur.

And that is nature.

Want Stefan, de mensen kennen jou natuurlijk als een grote natuurliefhebber.

Because Stefan, people know you as a great nature lover.

En Menno, jij schreef in het FD in een van je columns.

And Menno, you wrote in the FD in one of your columns.

Ik ben niet goed met natuur.

I am not good with nature.

Alles wat groeit, bloeit en aan mijn zorg is toevertrouwd, sterft binnen twee dagen.

Everything that grows, blooms, and is entrusted to my care dies within two days.

Ik ben een natuurbabaar, schrijf je ook.

I am a nature lover, you write too.

Dus ik vroeg me even af aan het begin van dit gesprek.

So I was just wondering at the beginning of this conversation.

Hoe moet het ooit goed komen tussen jullie?

How will it ever be okay between you?

Dat was talent om te lezen.

That was a talent for reading.

Er is wel enige verbetering.

There is some improvement.

Ja, toch wel.

Yes, indeed.

Plant houdt nu drie, vier dagen.

The plant lasts for three to four days now.

Nee, ik ben vrij aannatuurlijk opgevoed ook.

No, I was raised quite naturally as well.

Tegeltuintjes, kaktussen.

Tile gardens, cacti.

En nou, er was niet heel veel aandacht van huis uit voor natuur.

And now, there wasn't a lot of attention for nature at home.

En ik had daar ook geen aanleg voor.

And I didn't have any talent for that either.

Dus dat kwam ook niet uit mezelf.

So that didn't come from myself either.

Maar ja, ik woon nu in Noord-Groningen.

But yes, I now live in North Groningen.

En volgens mij mannen boven de veertig, die gaan opeens geen interesse krijgen in vogeltjes.

And in my opinion, men over forty aren't suddenly going to become interested in birds.

Dat is eigenlijk ook in de coronatijd.

That is actually also during the Corona time.

Dat begon er bij velen.

That started with many.

Ja.

Yes.

En ik hoor wel eens van mannen die van de ene op het andere moment gaan.

And I sometimes hear of men who leave all of a sudden.

De maandag gaven ze nog dikst om vogels.

On Monday, they still provided plenty for the birds.

En de dinsdag staan ze opeens met een verrekijker om nog te kijken.

And on Tuesday, they suddenly show up with binoculars to take a look.

Ja, voor een hele dure verrekijker het gaat eigenlijk.

Yes, for a very expensive binocular it actually goes.

Ja, maar daar hoef je niet zo schamper over te praten.

Yes, but you don't need to speak so scornfully about it.

Dat is een bekering.

That is a conversion.

Nee, ik word bijna veertig.

No, I am almost forty.

Ik wacht op het moment dat het mij ook opeens overvalt.

I am waiting for the moment when it suddenly hits me too.

Het gaat je nog wel een keer gebeuren.

It will happen to you again.

Het gaat me nog een keer gebeuren.

It will happen to me again.

Ja.

Yes.

Maar nu, we hebben een stukje land ergens.

But now, we have a piece of land somewhere.

En dat vind ik wel heel erg leuk om daarop te spelen.

And I really enjoy playing on that.

En dat is eigenlijk wat er gebeurt.

And that is actually what happens.

Maar dan wel met apparaten.

But then with devices.

Dus het is wel natuur, maar de natuur is nog steeds...

So it is nature, but nature is still...

Met apparaten?

With devices?

Bosmaaiers.

Brush cutters.

Oh, dat is...

Oh, that is...

Ja, als het maar herrie maakt en dingen kapot maakt.

Yes, as long as it makes noise and breaks things.

Maar ik heb wel een liefde voor dieren ontwikkeld.

But I have developed a love for animals.

Dus wat dat betreft, ik ben geen...

So in that respect, I am not a...

Geen natuurhater.

Not a nature hater.

Nee.

No.

Maar het zat gewoon niet zo in je systeem.

But it just wasn't in your system like that.

Ja.

Yes.

Ja, dat kan.

Yes, that is possible.

Dat kan ik ook wel.

I can do that too.

Dat is wel belangrijk.

That is indeed important.

Ik had als kind heel erg hooikoorts.

I had really bad hay fever as a child.

Ik ook.

Me too.

Dus als de natuur ontluikt, dan was dat voor mij een gevaren zonde.

So when nature blooms, that was a dangerous sin for me.

Ja.

Yes.

Ik heb ook nog steeds hooikoorts.

I still have hay fever.

En daarom ook een hekel aan de lente.

And that's why I also dislike spring.

Iedereen is dan blij.

Everyone is then happy.

De natuur bloeit op en denk ik, was het maar herfst.

Nature is in bloom and I think, if only it were autumn.

Maar dit was even een leuke zijpaadje aan het begin van dit gesprek.

But this was a nice little detour at the beginning of this conversation.

Als het allemaal goed komt.

If it all works out.

Ja, dit is toch spannend om zo een spanning op te bouwen.

Yes, it's exciting to build up such tension this way.

Ik kwam ook nog iets anders tegen.

I also came across something else.

En dat hangt wel samen ook met het thema wat we gaan bespreken.

And that is indeed related to the theme we are going to discuss.

Is dat jij ook iemand bent die zich nadrukkelijk verzet tegen het populaire advies.

Are you someone who explicitly opposes popular advice?

Je moet gewoon jezelf zijn.

You just have to be yourself.

Je hart volgen.

Follow your heart.

Doen wat goed voelt.

Doing what feels right.

Ja.

Yes.

Is dat zo ongeveer het slechtste wat je iemand kan adviseren?

Is that about the worst advice you can give someone?

Ja, ik heb het een keer.

Yes, I've done it once.

Mijn 15 minutes of fame op tv was het nationale stress debat van Omroep Max.

My 15 minutes of fame on TV was the national stress debate of Omroep Max.

En daar heb ik beweerd dat dat een vorm van zware emotionele mishandeling is.

And there I claimed that this is a form of severe emotional abuse.

Om tegen iemand te zeggen.

To say to someone.

Ja, als je tegen je kinderen zegt.

Yes, if you tell your children.

Weet je wat jij moet doen?

Do you know what you need to do?

Jij moet echt doen wat je wil.

You really have to do what you want.

Dat ben ik wel weer met je eens.

I do agree with you on that again.

Ja, kijk.

Yes, look.

De brug is al geslagen.

The bridge has already been built.

Zeker.

Sure.

Ik bedoel.

I mean.

Het is net zoals iemand die niet kan zwemmen.

It's just like someone who can't swim.

En dan langs de kant gaan staan en zeggen.

And then stand at the side and say.

Weet je wat jij moet doen?

Do you know what you need to do?

Je moet gaan zwemmen.

You need to go swimming.

Mensen weten heel vaak niet wat ze willen.

People often do not know what they want.

Of ze willen de verkeerde dingen.

Or they want the wrong things.

Of ze hebben conflicterende willen.

Or they have conflicting wants.

Toch is dat wel een heel populair advies volgens mij.

I believe that is indeed a very popular piece of advice.

Ja, maar daarom niet minder fout.

Yes, but that doesn't make it any less wrong.

Ik heb het ook in een van die.

I also have it in one of those.

Toen ik net vader werd.

When I just became a father.

Ook van een lectuur gelezen over vader worden of moeder worden.

Also read a book about becoming a father or becoming a mother.

En er wordt dan ook wel gezegd van.

And it is often said that.

Je moet je kind vrij laten.

You have to let your child be free.

Zelf keuzes laten maken.

Letting them make their own choices.

Er zit wel een gedachte achter.

There is indeed a thought behind it.

In de zin van.

In the sense of.

Nu we uit traditionele gemeenschappen zijn gevallen.

Now that we have fallen out of traditional communities.

En uit allerlei sturende tradities.

And from various guiding traditions.

Dan ben je ten prooi aan heel veel.

Then you fall prey to a lot.

Conflicterende verlangens.

Conflicting desires.

En dingen die op ons afgestuurd worden.

And things that are sent to us.

Dus waar vind je dan nog een anker?

So where do you still find an anchor?

Het advies is dan vaak.

The advice is often.

Kijk diep in jezelf.

Look deep within yourself.

Daar ergens komt het nog allemaal met elkaar.

Somewhere there, it all comes together.

Daar vind je de oase.

There you will find the oasis.

Het rustpunt van waaruit je vervolgens weer de wereld in kunt.

The resting point from where you can then re-enter the world.

Dat is ook onzin.

That is also nonsense.

Maar het is wel begrijpelijk waar het vandaan komt.

But it is understandable where it comes from.

Het is een verdienmodel.

It is a business model.

Je kunt dat mensen verkopen.

You can sell that to people.

En dan lukt het niet.

And then it doesn't work.

En dan zeg je.

And then you say.

Je moet het nog harder.

You have to do it even harder.

Maar het idee dat het hart richting geeft.

But the idea that the heart gives direction.

Of het gevoel.

Or the feeling.

Is een romantische idee.

It's a romantic idea.

Wat voor veel ellende zorgt.

What causes a lot of misery.

Voor ellende zorgt?

Causes misery?

Op wat voor manier dan?

In what way then?

Een van de zaken is natuurlijk.

One of the things is, of course.

Dat je dan heel erg aan soul searching moet gaan doen.

That you'll have to do a lot of soul searching then.

En dat je ook jezelf heel erg centraal gaat stellen.

And that you also put yourself very much at the center.

Terwijl ik denk.

While I think.

Dat het erg fijn is.

That it is very nice.

Op het moment dat mensen hun wil wat minder serieus gaan nemen.

At the moment when people start taking their will a little less seriously.

Tenzij je het misschien hebt over een.

Unless you are perhaps talking about a.

Gevormde wilwil.

Shaped wilwil.

Dus een opgevoede wil.

So an educated will.

Ja dat precies.

Yes exactly.

Want de waarheid die hierin zit.

For the truth that lies in this.

Is natuurlijk wel dat.

It is of course that.

We ook niet alleen toekunnen met allemaal externe regels ofzo.

We can't just manage with all external rules or something like that either.

Je moet ook een bepaalde intuïtie ontwikkelen voor wat goed is.

You also need to develop a certain intuition for what is good.

Maar alleen ja dat moet je wel leren.

But you do need to learn that.

Dus daarom vind ik het ook zware emotionele verwaarlozing.

So that's why I also consider it severe emotional neglect.

Dat als je dus alleen maar tegen een kind zegt.

That if you only say to a child.

Wat natuurlijk niemand doet.

What of course no one does.

Van ja weet je.

Well, you know.

Je moet zorgen.

You have to take care.

Je moet uitzoeken wat je wil is.

You need to figure out what you want.

En dat moet je gaan doen.

And that is what you need to do.

Nee er gaat een stuk aan vooraf.

No, there is a preceding part.

Die wil die moet worden gevormd.

That desire must be shaped.

Je moet.

You must.

Je moet mensen laten kennis maken.

You need to introduce people.

Met dingen die ze niet willen.

With things they do not want.

Maar misschien wel de moeite waard zijn.

But it might be worth it.

En het kenmerk van interessante zaken.

And the characteristic of interesting matters.

Is dat ze in het begin nooit leuk zijn.

It's that they're never fun at the beginning.

Dus iedereen heeft de ervaring.

So everyone has the experience.

Dat een instrument goed beheersen benijdenswaardig is.

That mastering an instrument is worthy of envy.

Maar de eerste vijf jaar pianospelen zijn gewoon niet leuk.

But the first five years of playing the piano are just not fun.

En dat geldt voor alles wat de moeite waard is.

And that applies to everything that is worthwhile.

En toch heb ik het gevoel dat dat misschien iets minder trendy is.

And yet I feel that it might be a little less trendy.

Of wat minder gebeurt.

Or what happens less.

Op dit moment is inderdaad die vorming dat dat die nadruk daarop.

At this moment, indeed that formation is emphasizing that.

Ja ja.

Yes yes.

Nou wij met onze podcast wel vind ik steeds langer steeds steeds langzamer.

Well, I think our podcast is getting longer and longer and slower and slower.

Ja steeds ingewikkelder.

Yes, increasingly complicated.

Eerste paar minuten zijn altijd leuk.

The first few minutes are always nice.

Maar dan moet je echt echt voor de bijl.

But then you really have to go under the knife.

Dan moet je echt aan de bak.

Then you really have to get to work.

Ja en dan trainen wij ook.

Yes, and then we also train.

Dat doen we bewust.

We do that intentionally.

Ja dan trainen wij het volk ook mee.

Yes, then we will train the people too.

Daar voeden wij de wil mee op.

There we nourish the will.

Als mensen ons archief gaan terug gaan terugkijken.

When people start to look back at our archive.

Denk ze hé verrek ja die eerste afleveringen waren kort.

Oh right, those first episodes were short.

We hebben erin geluisterd eigenlijk.

We have actually listened to it.

We hebben erin geluisterd.

We have listened to it.

We hebben erin gespeeld.

We played in it.

Het is een leuke boer ligt een kip in het water.

It is a nice farmer lies a hen in the water.

Maar na nu wordt het echt.

But now it really is happening.

We staan nu vijf jaar.

We have been standing for five years now.

Ik denk over vijf jaar zijn onze afleveringen standaard minimaal drie uur.

I think in five years our episodes will standardly be at least three hours long.

En daar hebben mensen niks door gehad.

And there, people didn't notice anything.

En onze luisteraars van nu zijn gewoon helden.

And our listeners now are just heroes.

En dat zijn doorbijters en volhouders.

And those are tenacious and persistent individuals.

Ja dus ook de luisteraars van nu kunnen zichzelf ook een complimentje geven.

Yes, so the listeners of today can also give themselves a compliment.

Virtuozen zou ik willen zeggen.

I would like to say virtuosos.

Virtuozen ja.

Virtuosos, yes.

Blijf vooral luisteren.

Keep listening, especially.

Ja dat essay.

Yes, that essay.

Dit is een soort introductie.

This is a kind of introduction.

Maar eigenlijk het thema wat we nu aanraken.

But actually the theme we are touching on now.

Dat was ook het thema wat in jouw essay zat.

That was also the theme that was present in your essay.

Wat zo spraakmakend was.

What was so talked about.

Wat ik dus voortdurend getipt kreeg van mensen.

What I kept being tipped off about by people.

Dat ging ook specifiek over jongeren.

That was also specifically about young people.

Over generatie Z.

About Generation Z.

Dat zijn een beetje de tieners en twintigers van nu.

Those are kind of the teenagers and twenty-somethings of today.

Volgens mij als je geboren bent tussen 1995 en 2010.

In my opinion, if you were born between 1995 and 2010.

Dan ben je generatie Z.

Then you are Generation Z.

De mensen daarvoor waaronder ik in 1985.

The people for that, including myself, in 1985.

Dat zijn millennials.

Those are millennials.

En wat daarvoor en daarnaast zit moet je verder zelf maar uitzoeken.

And what is before and beside it, you will have to figure out for yourself.

Maar generatie Z.

But Generation Z.

Dat zijn de tieners en twintigers van nu.

Those are the teenagers and twenty-somethings of today.

Die opgroeien in een complexe tijd.

Growing up in a complex time.

Niet complexer dan ooit misschien wel.

Not more complex than ever, perhaps.

En ik begreep dat jij kwam op het idee.

And I understood that you came up with the idea.

Om dit essay te schrijven.

To write this essay.

Wat we ook gaan bespreken.

What we are also going to discuss.

Door jouw eigen kinderen.

By your own children.

Je hebt er geloof ik vier.

I believe you have four of them.

Ja we hebben een uitgebreide collectie.

Yes, we have an extensive collection.

Van generatie Z'ers en millennials.

From Generation Z and millennials.

Dus het zijn twee.

So there are two.

Oké dat kan je mooi vergelijken ook.

Okay, that's a nice comparison as well.

Kunnen mooi vergelijken.

Can compare beautifully.

Dus dat is heel erg interessant.

So that is very interesting.

Maar je kunt het natuurlijk ook vergelijken met je eigen jeugd.

But you can of course also compare it to your own youth.

En gewoon de vraag stellen.

And just ask the question.

Van toen ik twintig was.

Since I was twenty.

Toen ik vijfentwintig was of dertig was.

When I was twenty-five or thirty.

Toen lijkt het dan makkelijker te zijn.

Then it seems to be easier.

Of moeilijker.

Or harder.

En mijn idee is wel.

And my idea is yes.

Maar goed.

But alright.

Het is natuurlijk geen wetenschappelijke uitspraak.

It is of course not a scientific statement.

Maar dat de generatie van nu.

But that the current generation.

Het moeilijker heeft.

It's more difficult.

Dan dat ik en mijn generatie.

Than I and my generation.

Dat hoor je heel vaak van mensen van onze leeftijd.

You hear that very often from people our age.

Waar zit dat dan in volgens jou?

Where do you think that is?

Nou ja ik leg het in het essay.

Well, I'll put it in the essay.

Zo uit dat.

Just put that out.

Dat mijn generatie nog meer zekerheden had.

That my generation had even more certainties.

Om op terug te vallen.

To fall back on.

Ja ik koppel het heel erg aan de dood van God.

Yes, I closely link it to the death of God.

Van Nietzsche.

From Nietzsche.

Misschien moeten we dat straks nog even gaan uitleggen.

Maybe we should explain that later.

Ja dat gaan we nog wel over hebben.

Yes, we will talk about that later.

Dat past hier wel.

That fits well here.

En een van de dingen die dat impliceert.

And one of the things that implies that.

Is dat er eigenlijk geen.

Is there actually none?

Geen zekerheden meer zijn.

There are no more certainties.

En aan de ene kant.

And on the one hand.

Is dat een emancipatiebeweging.

Is that an emancipation movement?

Er is geen autoriteit van buiten.

There is no authority from outside.

Die ons gaat zeggen hoe het moet.

Who is going to tell us how it should be done.

Maar nu wordt de mens uiteindelijk volwassen.

But now humanity is finally maturing.

En zelfs zegt Nietzsche ook.

And even Nietzsche says so too.

Ja.

Yes.

Is dit niet een maatje te groot.

Is this not a size too big?

Eigenlijk voor de mens.

Actually for humans.

Zijn wij het wezen wat dat kan.

Are we the being that can do that?

Kunnen wij wel echt op eigen benen staan.

Can we really stand on our own two feet?

Dus kunnen wij wel echt volwassen zijn.

So we can really be adults.

Moeten we niet ergens zoveel Goden zijn.

Shouldn't we be so many gods somewhere?

Om Goden te vermoorden.

To kill gods.

Dus wat ik in die generatie zie.

So what I see in that generation.

Is altijd een paradoxale.

It's always a paradox.

Houding van aan de ene kant.

Attitude of on the one hand.

Heel veel willen.

Wanting a great deal.

En committeren.

And commit.

En dingen serieus nemen.

And taking things seriously.

Maar aan de andere kant juist helemaal niet.

But on the other hand, not at all.

Dus als ik kijk naar.

So when I look at.

Kijk naar hoe zij.

Look at how she.

Dus het zijn vreselijk generaliserende uitspraken.

So they are terribly generalizing statements.

Maar de visie op relaties bijvoorbeeld.

But the vision on relationships, for example.

Dus ik heb aan studenten geneeskunde.

So I have medical students.

Jarenlang lessen gegeven.

Giving lessons for years.

Dus dat was altijd heel erg genoegelijk.

So that was always very pleasant.

Maar ik kom erachter.

But I'll find out.

En de luisteraars weten het misschien ook.

And the listeners might know it too.

Dat zij gewoon tien woorden hebben.

That they just have ten words.

Voor een relatie hebben.

To have a relationship.

Die er vooral op gespit zijn.

That are primarily focused on.

Die concepten zoals een prela.

Those concepts like a prela.

En een quarrel.

And a quarrel.

Dus een scharrel.

So a fling.

En een kwaliteitsscharrel.

And a quality affair.

En dan heb je een pre-relatie.

And then you have a pre-relationship.

Oké.

Okay.

En dat zijn er allemaal.

And those are all of them.

Dus een soort van fuik.

So a kind of trap.

Die steeds verder wordt uitgedund.

That is being further thinned out.

Maar dat zijn allemaal woorden die je gebruikt.

But those are all words that you use.

Om aan te geven dat je een relatie hebt.

To indicate that you are in a relationship.

Maar tegelijkertijd ook geen relatie.

But at the same time also no relationship.

Zoals de Eskimo's twintig woorden voor sneeuw hebben.

Just like the Eskimos have twenty words for snow.

Ja, maar hier zit dus een niet committerende.

Yes, but there is a non-committer here.

Commitment in.

Commitment in.

Dus we gaan wel een relatie aan.

So we are entering into a relationship.

Maar toch ook weer niet.

But then again, not really.

Eindeloos onder brei heen draaien.

Endlessly twisting under the knit.

Ja.

Yes.

En we willen wel werken.

And we do want to work.

Maar ik wil ook dat en dat doen.

But I also want to do this and that.

Dus ik ga geen baan van.

So I am not going to work.

Nou weet ik veel.

Well, I don't know much.

40, 50 uur nemen.

Take 40, 50 hours.

Dus dus.

So so.

Maar ik ga ook niet een relatie nemen.

But I'm also not going to get into a relationship.

En me vast spinnen op één persoon.

And getting fixated on one person.

Dus het is de hele tijd het wel willen.

So it's the wanting all the time.

En daar oog voor hebben.

And to have an eye for that.

En kwaliteit zoeken.

And seeking quality.

En aan de andere kant ook weten van.

And on the other hand also to be aware of.

Ja, op het moment dat ik kies.

Yes, at the moment I choose.

Leg ik mezelf vast.

I am binding myself.

En ben ik niet.

And I am not.

Kan ik niet meer iemand anders zijn.

I can no longer be someone else.

Ja, dus je schetst een complexere tijd nu.

Yes, so you are outlining a more complex time now.

Ja, voor jongeren.

Yes, for young people.

Daar focussen we nu even op.

Let's focus on that for now.

Maar.

But.

Eigenlijk geldt dit voor veel meer mensen.

Actually, this applies to many more people.

Denk ik ook mensen die niet meer als jongeren zou zien.

I also think of people whom I would no longer consider as youth.

Maar die wel in deze tijd leven.

But they do live in this time.

Kan ik me voorstellen.

I can imagine.

Een complexere tijd waar minder zekerheden zijn.

A more complex time with fewer certainties.

Zo schetst je dat.

That's how you outline it.

En ook denk ik veel meer keuzes.

And I also think many more choices.

Ja, kijk.

Yes, look.

Dus het essay is geïnspireerd.

So the essay is inspired.

Of gebaseerd op dat idee van Nietje van de dood van God.

Or based on that idea of Nietje about the death of God.

En hij.

And he.

Nietje is een heel teatraal.

Nietje is very theatrical.

Soms wat bombastische persoon.

Sometimes a somewhat bombastic person.

En hij vindt zichzelf ook geniaal.

And he also thinks of himself as genius.

Dus dat zegt hij ook.

So that's what he says too.

En dan zegt hij.

And then he says.

Kijk, het duurt honderd jaar.

Look, it takes a hundred years.

Voordat dit boek begrepen gaat worden.

Before this book will be understood.

Dus ja, ik las dat weer eens een keer.

So yes, I read that once again.

En toen dacht ik.

And then I thought.

We zijn al over tijd.

We are already out of time.

Het is al 150 jaar even heel snel gerekend.

It has been 150 years already, calculated very quickly.

Na het verschijnen van de Saratoestra.

After the appearance of the Saratoestra.

Nou ja, goed.

Well, alright.

Ik ken veel twintigers die wat worstelen.

I know many people in their twenties who are struggling a bit.

Ik zie dat die worstelingen anders zijn.

I see that those struggles are different.

Dan de worstelingen die ik had als twintiger.

Than the struggles I had as a twenty-something.

En dan zie je dat er verklaringen komen.

And then you see that explanations are coming.

Van ja, maar ze hebben covid meegemaakt.

Yes, but they have experienced covid.

En ik denk.

And I think.

Het klopt allemaal.

It all adds up.

Maar er zit ook nog een laag.

But there is also another layer.

Ja, want jij zegt eigenlijk.

Yes, because you actually say.

En dat vond ik wel aardig.

And I thought that was nice.

Dat schrijf jij in je stuk in dit essay in het FD.

You write that in your piece in this essay in the FD.

Dat voor de problemen met bijvoorbeeld jongeren.

That for the problems with, for example, young people.

Die er nu zijn.

Those that are there now.

Wordt vaak gekeken naar psychologen en sociologen.

Psychologists and sociologists are often looked at.

Maar jij zegt ook.

But you also say.

Die verklaringen schieten tekort.

Those explanations fall short.

Eigenlijk moet je bij filosofen zijn.

Actually, you should be with philosophers.

Het is eigenlijk een soort dieper liggend probleem nog.

It's actually a kind of deeper underlying problem.

Echt een wereldbeeld.

Truly a worldview.

Een levensbeschouwing.

A worldview.

Ja, als ik die zin nu zou herformuleren.

Yes, if I were to rephrase that sentence now.

Dan zou ik de sociologen ook in het filosofen kwam trekken.

Then I would also attract the sociologists to the philosophers.

Maar de theologen?

But the theologians?

Ja, die zijn eigenlijk.

Yes, they actually are.

Werkloos jongens.

Unemployed boys.

Maar de theologen als geschiedkundigen.

But the theologians as historians.

Als kenner van de cultuur.

As a connoisseur of the culture.

Waar we in groots zijn gebracht.

Where we have been raised in grandeur.

Zou ik zeggen.

I would say.

Maar het heeft psychologische effecten.

But it has psychological effects.

Maar om het te begrijpen.

But to understand it.

Schiet de ahistorische.

Shoot the ahistorical.

Aculturele psychologische verklaring.

A cultural psychological explanation.

En de individuele.

And the individual.

Psychologische verklaring tekort.

Psychological explanation of deficiency.

En dan zit je ook snel al in de hoek.

And then you quickly find yourself in a corner.

Van het is een tekort.

It's a deficit.

En dan een stap verder.

And then a step further.

Het is een ziekte of een defect.

It is a disease or a defect.

En dan stopt er een pil in.

And then a pill is put in.

En het is weer over.

And it is over again.

Hopen op een quick fix.

Hoping for a quick fix.

En ik vind.

And I think.

Er zit waarde in.

There is value in it.

Om de crisis de crisis te laten.

To let the crisis be the crisis.

Dus je moet hem niet.

So you shouldn't need him.

Als we hem psychologisch duiden.

If we interpret him psychologically.

Dan gaan we veel te snel oplossen.

Then we will solve it much too quickly.

Terwijl ik het idee heb.

While I have the idea.

Dat dit iets is wat je moet doorwerken.

That this is something you have to work through.

Dus als je de symptomen gaat bestrijden.

So if you are going to combat the symptoms.

Je geeft een paracetamol tegen de hoofdpijn.

You give a paracetamol for the headache.

Dan kom je niet achter de echte oorzaak.

Then you won't get to the real cause.

En die ligt dieper zeg jij.

And you say that it lies deeper.

Dan moet je ook kijken naar de geschiedenis.

Then you also need to look at the history.

Naar onze cultuur.

To our culture.

Hoe ideeën in onze cultuur gevormd zijn.

How ideas are formed in our culture.

Daar moeten we naar kijken.

We need to look at that.

Dat gaan we ook zeker doen.

We will definitely do that.

Ik was eerst even benieuwd Stefan.

I was first curious, Stefan.

Want jij hebt volgens mij ook kinderen.

Because I think you also have children.

Die generatiekloof loopt ook door ons gezin.

That generational gap runs through our family as well.

Millennials.

Millennials.

Als je dat snel te rekenen.

If you can calculate that quickly.

Twee millennials dan een generatie zetter.

Two millennials and then a Generation Z.

Herken je iets van.

Do you recognize something from?

Dat er nu een complexere tijd is.

That there is now a more complex time.

Ja dat is wel wat we vaak zeggen.

Yes, that's what we often say.

Mijn vrouw en ik tegen elkaar.

My wife and I against each other.

Het is voor de kinderen lastiger dan voor ons.

It is harder for the children than for us.

Er is minder duidelijkheid.

There is less clarity.

Er zijn meer prikkels.

There are more stimuli.

En bij veel jongeren ook wel een zekere vrees.

And among many young people, there is also a certain fear.

Om je vast te leggen.

To capture you.

Bijvoorbeeld dat ik zelf wel eens gebruik.

For example, that I sometimes use myself.

Dat de generatie van mijn opa.

That the generation of my grandfather.

De laatste die nog echt in zo'n heel traditioneel klimaat leefde.

The last one who lived in such a very traditional climate.

Die was boer.

He was a farmer.

En die wist precies waar hij aan toe was toen hij jong was.

And he knew exactly what to expect when he was young.

Hij zag zelf een boer worden.

He saw himself becoming a farmer.

Hij zou een vrouw trouwen.

He would marry a woman.

Een gereformeerde vrouw van de boerderij.

A reformed woman from the farm.

Die kinderen kon krijgen.

Those children could get.

Die ook gereformeerd zouden worden.

That would also be reformed.

Geen van hen zou homo worden uiteraard.

None of them would obviously become gay.

Want dat bestond niet toen.

Because that didn't exist back then.

Hij zou ook niet backpacken naar Thailand of Tibet.

He also wouldn't backpack to Thailand or Tibet.

Dus hij zou iets met mensen doen.

So he would do something with people.

Hij zou iets met koeien gaan doen.

He was going to do something with cows.

Dat was ook wel duidelijk.

That was also clear.

Maar dat betekende niet dat hij het moeilijk had daarmee.

But that didn't mean he had a hard time with it.

Hij ging fluitend naar zijn werk.

He went to work whistling.

Het was zoals het was.

It was as it was.

Zijn kleinkinderen die veel meer te kiezen hebben.

His grandchildren who have much more to choose from.

Dat is het gekke.

That is the funny thing.

Hij had niks te kiezen.

He had no choice.

Maar hij omarmde het fluitend.

But he embraced it whistling.

Zijn kleinkinderen en achterkleinkinderen die veel meer te kiezen hebben.

His grandchildren and great-grandchildren who have much more to choose from.

Die toppen tot een dertigste van wat ze eigenlijk moeten doen.

They top off to a thirtieth of what they actually need to do.

En kunnen niet tot een keus komen.

And cannot come to a decision.

En dan is dat verhaal natuurlijk van je opa.

And then that story is of course about your grandpa.

Dat hij ging vluiten.

That he was going to whistle.

Vluitend naar zijn werk.

Fluently to his work.

Maar dat zijn natuurlijk ook al verhalen van mensen.

But those are of course already stories of people.

Die in zijn kurslijf geduwd werden.

Those who were pushed into his kurslijf.

Voor wie het verschrikkelijk was.

For those for whom it was terrible.

Ik wil het niet romanticeren.

I don't want to romanticize it.

Natuurlijk is het niet dat we alleen maar achteruit gegaan zijn.

Of course, it's not that we've only gone backwards.

Maar het punt is dat die enorme keuzevrijheid.

But the point is that enormous freedom of choice.

Waar het leven nu mee gekomen is.

What life has brought with it now.

Dat je in een supermarkt binnen loopt.

That you walk into a supermarket.

En kunt kiezen uit zes, zeven, acht soorten melk.

And you can choose from six, seven, or eight types of milk.

Dat betekent ook dat je steeds moet kiezen.

That also means that you have to choose all the time.

En dat wordt vaak vergeten.

And that is often forgotten.

Het kan niet alleen.

It can't be done alone.

Maar het moet dus ook steeds.

But it also always has to be.

En het is dan ook die combinatie van.

And it is also that combination of.

En meer keuzevrijheid hebben.

And have more freedom of choice.

En minder zekerheden.

And fewer certainties.

Het is ook keuzeplicht.

It is also a matter of choice.

Het advies waar jij je tegen verzet.

The advice that you are opposed to.

Ga gewoon je hart volgen.

Just follow your heart.

Ga doen wat je wil.

Go do what you want.

In een wereld die complexer is.

In a world that is more complex.

Met meer keuzevrijheid en minder zekerheden.

With more freedom of choice and less certainty.

Dat is wel een hele taaie pittige opdracht.

That is quite a tough and challenging task.

Je hebt dus niet alleen maar meer keuzevrijheid.

So you don't just have more freedom of choice.

En keuzeplicht.

And choice obligation.

Maar je hebt ook minder criteria om te kiezen.

But you also have fewer criteria to choose from.

Met een kompas.

With a compass.

En het is ook nog eens een keer zo.

And it is also the case again.

Dat je bent wat je kiest.

That you are what you choose.

Dus je wordt verantwoord.

So you are being held accountable.

Dus de vraag.

So the question.

Waarom?

Why?

En wie ben jij?

And who are you?

Dat is eigenlijk heel existentialisme.

That is actually very existentialism.

Je bent het product van.

You are the product of.

De reeks van besluiten die je neemt.

The series of decisions you make.

Dus dat betekent.

So that means.

Dat zowel het lukken.

That both succeed.

Als het falen.

If it fails.

Beiden op jouw konto worden geschreven.

Both will be credited to your account.

Het beeld wat ik vaak gebruik.

The image that I often use.

Is kijk vroeger.

Look earlier.

In een Lego standje.

In a Lego booth.

Ik heb vroeg veel met Lego gewerkt.

I worked a lot with Lego early on.

Maar dan zat er zo'n voorbeeldje in.

But then there was such an example in it.

Dus je komt.

So you’re coming.

De wereld als een bak met Lego standjes.

The world as a box of Lego figurines.

Maar het voorbeeld is er.

But the example is there.

Je weet.

You know.

Dus een beetje jouw opa.

So a bit of your grandfather.

En je weet hoe je het moet doen.

And you know how to do it.

Nou, je kon jezelf beter of slechter in elkaar zetten.

Well, you could make yourself better or worse.

Maar er zat een soort bandbreedte in.

But there was a sort of bandwidth in it.

En dat ging allemaal goed.

And that all went well.

Maar nu kom je dus de wereld als een bundel mogelijkheden.

But now you come into the world as a bundle of possibilities.

Dus standjes.

So positions.

Maar er is geen boekje.

But there is no booklet.

Dus je bent niet alleen de bouwer.

So you are not just the builder.

Maar je bent ook de architect van je leven geworden.

But you have also become the architect of your life.

Ja, ja, ja.

Yes, yes, yes.

Het zou me niks verbazen.

It wouldn't surprise me at all.

Als dat een van de factoren is.

If that is one of the factors.

Die op de achtergrond spelen bij de angst voor commitment.

Those that play in the background regarding the fear of commitment.

Ja, en je liet al even die dood van God vallen.

Yes, and you already mentioned that death of God.

Want dat is het thema wat eigenlijk onder jouw betoog ligt.

Because that is the theme that actually underlies your argument.

En dat was ook de zin.

And that was also the sentence.

Waardoor iedereen mij ging mailen.

Which made everyone start emailing me.

En het link naar jouw essay sturen.

And send the link to your essay.

Want jij schrijft daar.

Because you write there.

Dat de jongere van nu, generatie Z.

That the younger generation now, Generation Z.

De eerste generatie is die de dood van God begint te internaliseren.

The first generation is the one that begins to internalize the death of God.

Dat is natuurlijk een fascinerende zin.

That is of course a fascinating sentence.

Die wel het nodige uitgeeft.

Who does spend what is necessary.

Wat bedoel jij met de dood van God?

What do you mean by the death of God?

Mag ik een uitvoerig filosofisch antwoord geven?

May I provide a detailed philosophical answer?

Dat mag je.

You may do that.

Dus je moet even onderbreken als je zegt ja.

So you need to pause a bit when you say yes.

Een beetje college dat mag je best.

A little lecture, that's perfectly fine.

Dus je kunt deze vraag vanuit verschillende perspectieven beantwoorden.

So you can answer this question from different perspectives.

Mijn achtergrond is die van de filosofie.

My background is in philosophy.

Ik ben heel traditionele opleiding gehad.

I have had a very traditional education.

Dus dat begon met plaat Aristoteles.

So that started with the plate Aristotle.

Socrates natuurlijk.

Socrates, of course.

En vrij zwart wit komt het erop neer.

And quite black and white, it comes down to that.

Dat als je kijkt.

That if you look.

Kijkt naar die oude Grieken.

Look at those ancient Greeks.

Die hadden het idee dat de kosmos of de wereld om ons heen.

They had the idea that the cosmos or the world around us.

Dat die een één echt om ons heen geschapen is.

That one has truly been created around us.

Dus de aarde staat in het midden.

So the earth is in the middle.

En de mens is als redelijk wezen het hoogste wezen wat hier rondloopt.

And man is, as a rational being, the highest being that walks here.

Niet gericht op overleven.

Not focused on survival.

Maar op het inzicht.

But on the insight.

Op het krijg van kennis.

On the acquisition of knowledge.

En in de natuur daar zat een orde in.

And in nature there was an order.

Het Griekse woord is logos.

The Greek word is logos.

Maar die orde is ook een goede.

But that order is also a good one.

Goede orde.

Good order.

Dus het deugt.

So it’s alright.

En het christendom.

And Christianity.

We zitten hier bij de EO.

We are here at the EO.

Het christendom was van origine.

Christianity was of origin.

Maar nu ben ik even heel zwart wit.

But now I'm being very black and white.

Theoretisch gezien een vrij zwakke business.

Theoretically a fairly weak business.

Dus je had de leer van Jezus.

So you had the teachings of Jesus.

Die werd verspreid.

That was spread.

Kwam in aanraking met Grieken en Romeinse denkers.

Came into contact with Greek and Roman thinkers.

En daar werd een beetje op neergekeken.

And there was a bit of disdain towards it.

Dus er was theoretische backing nodig.

So there was a theoretical backing needed.

En wat er is gebeurd.

And what has happened.

Is dat.

That is.

De christelijke denkers.

The Christian thinkers.

Die hebben het denken van Aristoteles.

They have the thinking of Aristotle.

Die hebben dat overgenomen.

They have taken that over.

Eerst Plato.

First Plato.

Plato.

Plato.

Dan Aristoteles.

Then Aristotle.

Dus er heeft een fusie plaatsgevonden.

So a merger has taken place.

Onder Augustinus denk ik.

I think of Augustine.

Onder Augustinus.

Under Augustine.

En Thomas van Aquino.

And Thomas Aquinas.

Die heel vaak genoemd wordt.

That is often mentioned.

En daardoor kon de christen uitleggen.

And because of that, the Christian could explain.

Maar ik weet waarom die wereld goed is.

But I know why that world is good.

Namelijk omdat er een goede god is.

Namely because there is a good God.

Die de boel in elkaar heeft gezet.

Who put the whole thing together.

En die heeft een plan.

And he has a plan.

Dus je leeft dan in een werkelijkheid.

So you live in a reality.

Die ook deugt.

That is also in order.

En heel veel films.

And a lot of movies.

Dus als je even een stap maakt naar de moderne cultuur.

So if you take a step towards modern culture.

Heel veel films zijn dus christelijke films.

So many films are Christian films.

Dus James Bond films.

So James Bond movies.

Of die oude Disney films.

Or those old Disney films.

Er is een strijd.

There is a struggle.

Of Star Wars.

Of Star Wars.

Er is een strijd tussen goed en kwaad.

There is a struggle between good and evil.

Maar je weet ook als kijker.

But you also know as a viewer.

De werkelijkheid zit zo in elkaar.

The reality is structured like this.

Dat uiteindelijk.

That ultimately.

Het is veel gedoe.

It's a lot of hassle.

Het leeft veel.

It thrives a lot.

Maar uiteindelijk komt het goed.

But in the end, it will be alright.

Het is geen Game of Thrones.

It's not Game of Thrones.

Uiteindelijk wint James Bond.

In the end, James Bond wins.

Uiteindelijk wint de held in het Disney sprookje.

In the end, the hero wins in the Disney fairy tale.

Uiteindelijk.

Finally.

Uiteindelijk zit het zo.

In the end, it is like this.

Zit het goed.

Is it all right?

En daar kun je ook op vertrouwen.

And you can also rely on that.

En je ziet als individu.

And you see as an individual.

Zie je niet altijd.

You don't always see.

Maar er is altijd die belofte.

But there is always that promise.

Dat het toch goed komt.

That it will be alright after all.

En er is een autoriteit die zegt.

And there is an authority that says.

Dat je die belofte kunt vertrouwen.

That you can trust that promise.

En er is dus überhaupt iets als goed en fout.

And there is therefore something like right and wrong.

En het is mogelijk om dat te weten.

And it is possible to know that.

En daarop te acteren.

And to act on that.

Dat is één.

That is one.

En het tweede is dat je de hele maatschappij.

And the second is that you the whole society.

Op dat idee kunt vormgeven.

You can give shape to that idea.

Dus we hebben een koning.

So we have a king.

Nou waarom moeten we luisteren naar.

Well, why should we listen to.

De koning.

The king.

Ja omdat dat outsourcing is van God.

Yes, because that is outsourcing from God.

Dus God die regeert.

So God who reigns.

Het hele heelal.

The entire universe.

Maar we hebben ook volkeren.

But we also have nations.

Dus de vorst.

So the frost.

We hebben dat laatst met Charles weer gezien.

We saw that again recently with Charles.

Die wordt gezalfd.

He/She is being anointed.

En Napoleon die spotte daarmee.

And Napoleon mocked that.

Weet je misschien wel.

Do you perhaps know?

Die ging zichzelf kronen.

He went to crown himself.

Dus dat zijn allemaal.

So that's all of them.

Maar dat te spelen met dat idee.

But to play with that idea.

Ja dat liep ook niet goed af.

Yes, that didn't end well either.

Fransen die koning.

French people who reign.

Het onthoofden van Lodewijk de 16e.

The beheading of Louis the 16th.

Dat was het onthoofden.

That was the decapitation.

Het onthoofden van God.

The decapitation of God.

Dat je zoiets deed.

That you did something like that.

Dat was eigenlijk onbestaanbaar.

That was actually unimaginable.

Na de Franse revolutie.

After the French Revolution.

Niet alleen de koning onthoofden.

Not just beheading the king.

Maar eigenlijk ook het gezag van God.

But actually also the authority of God.

Ligt daar aan het begin van de omslag.

Is located at the beginning of the cover.

Bij die Franse revolutie.

During that French Revolution.

Een poging om zelf tot een nieuwe orde te komen.

An attempt to create a new order by oneself.

Apparationele principes ofzo.

Operational principles or something like that.

En dat je dus geen onderdaan meer bent.

And so you are no longer a subject.

Maar dat je burger bent.

But that you are a citizen.

En de finale afrekening.

And the final reckoning.

De finale afrekening.

The final settlement.

In.

In.

De biologie komt bij Darwin vandaan.

Biology comes from Darwin.

Dus wat leer je van.

So what do you learn from it?

Niet je zwaar beïnvloed door Darwin.

Not heavily influenced by Darwin.

Dus wat leert Darwin ons.

So what does Darwin teach us?

Darwin zegt.

Darwin says.

De mens is niet.

Man is not.

Een wezen dat geschapen is.

A being that has been created.

Met een bepaalde bedoeling.

With a certain intention.

Het is ook niet zo.

It is not like that either.

Dat die rationaliteit van ons.

That our rationality.

Een door God gegeven talent is.

A talent given by God is.

Of faculteit.

Or faculty.

Een capaciteit.

A capacity.

Dus dat was altijd het idee.

So that was always the idea.

De mens is geschapen.

Man is created.

In een naïeve beeld van God.

In a naive image of God.

En omdat de wereld rationeel is.

And because the world is rational.

En wij rationaliteit hebben.

And we have rationality.

Zijn wij in staat om achter het goddelijke plan te komen.

Are we able to uncover the divine plan?

Dus wetenschap.

So science.

Werd ook altijd gezien.

Was always seen as well.

Niet als iets wat tegen de godsdienst was.

Not as something that was against religion.

Maar dit was een manier.

But this was a way.

Om de werkelijkheid van God te leren.

To learn the reality of God.

Al die botanisten waren dominaties.

All those botanists were dominions.

Natural theology.

Natural theology.

Dus dat was natuurlijke theologie.

So that was natural theology.

Dus je kunt God leren kennen door de openbaring.

So you can come to know God through revelation.

Maar ook door zijn schepping te bekijken.

But also by looking at his creation.

Interessant.

Interesting.

Je schetst inderdaad een beetje de achtergrond.

You are indeed sketching out a bit of the background.

En hoe onze leefwereld.

And how our living world.

Of denkwereld.

Or mindset.

Is ontstaan.

Has arisen.

En waar het naartoe gaat.

And where it's headed.

Dus ik zit op een puntje van mijn stoel.

So I'm on the edge of my seat.

Dan krijg je in de 19e eeuw twee figuren.

Then you get two figures in the 19th century.

Schopenhauer en Darwin.

Schopenhauer and Darwin.

Schopenhauer die zegt.

Schopenhauer says.

Er zit achter deze werkelijkheid.

There is something behind this reality.

Dus Christenom zegt.

So Christendom says.

Achter deze werkelijkheid zit een andere werkelijkheid.

Behind this reality is another reality.

Daar moeten we naartoe.

We need to go there.

Dat is een bekende beweging.

That is a well-known movement.

We moeten niet van hier.

We shouldn't leave from here.

Maar we moeten daar naartoe.

But we have to go there.

We moeten niet naar nu.

We should not look to now.

Maar we moeten straks naar het hemels Jeruzalem.

But we have to go to the heavenly Jerusalem soon.

Klinkt alsof ik heel weet van theologie.

Sounds like I know a lot about theology.

Maar dat valt wel tegen.

But that's quite disappointing.

Maar dit weet ik wel.

But I do know this.

En Schopenhauer.

And Schopenhauer.

Is de eerste filosoof die zegt.

Is the first philosopher who says.

Ja er zit wel iets achter.

Yes, there is something behind it.

Maar wat erachter zit.

But what is behind it.

Is alleen maar chaos.

It's just chaos.

Is alleen maar wil.

It is only will.

Maar de wil wil alleen maar willen.

But the will only wants to want.

Dus het maakt niet uit wat hij wil.

So it doesn't matter what he wants.

En op het moment dat je hebt wat je wil.

And at the moment you have what you want.

Dan wil je meteen weer iets anders.

Then you immediately want something else.

Dus het is een blinde beweging.

So it is a blind movement.

Die geen begin en geen eind kent.

That knows no beginning and no end.

En ook nooit tot rust zal komen.

And will never find peace either.

Dus dit is de eerste deuk.

So this is the first dent.

In het idee.

In the idea.

Dat er achter de chaos.

That there is chaos behind it.

Van de wereld waarin wij leven.

Of the world in which we live.

Een werkelijkheid zit.

A reality sits.

Die garandeert.

That guarantees.

Een heilzame orde.

A healing order.

Dat er een orde is.

That there is an order.

En dat het een goede orde is.

And that it is a good order.

Dus bij Schopenhauer.

So with Schopenhauer.

Krijg je deuk 1.

Do you get a dent 1.

Deuk 2 komt door Darwin.

Ding 2 is due to Darwin.

Darwin zegt.

Darwin says.

Je kunt toenemende complexiteit.

You can handle increasing complexity.

In de biologische wereld begrijpen.

Understanding in the biological world.

Door te zien dat er een.

By seeing that there is a.

Wederom een blind proces is.

Again, it is a blind process.

Wat negatief van aard is.

What is negative in nature.

Dat soorten voortbestaan.

That species persist.

En zich ontwikkelen.

And develop.

Doordat zij toevalligerwijze.

Because they happened to.

Dat is geen verdienste.

That is no merit.

Toevalligerwijze.

Coincidentally.

Iets hebben.

To have something.

Waardoor zij net iets langer leven.

Which makes them live just a little longer.

Dan anderen.

Than others.

De survival of the fittest.

The survival of the fittest.

Maar dat is dus een blind proces.

But that is a blind process.

En de mens is er dus niet.

And the person is therefore not there.

Omdat God heeft bedacht.

Because God has conceived.

Er moet een mens komen.

A person must come.

Mens is toevallig aan het eind.

Man is coincidentally at the end.

De evolutie koken gekropen.

The evolution cooked crawled.

En die rationaliteit van ons.

And that rationality of ours.

Dat is gewoon iets.

That is just something.

Wat zich toevallig.

What happens by coincidence.

Heeft ontwikkeld.

Has developed.

En net genoeg is.

And just enough is.

Om allerlei leuke dingen te doen.

To do all sorts of fun things.

Maar je moet niet denken.

But you shouldn't think.

Dat dat een vermogen is.

That is a fortune.

Waardoor we achter de werkelijkheid kunnen kijken.

By which we can look behind reality.

Of dat we inherent streven naar het goede.

Or that we inherently strive for the good.

Ons verstand is niet ontwikkeld.

Our mind is not developed.

Om hogere waarden te ontdekken.

To discover higher values.

Maar in principe om te overleven.

But basically to survive.

En ons voor te planten.

And to introduce ourselves.

Freud heeft het over drie narcistische krenkingen.

Freud speaks of three narcissistic injuries.

Van de mensheid.

Of humanity.

De eerste narcistische krenking is.

The first narcissistic injury is.

De zon draait niet om ons.

The sun does not revolve around us.

Letterlijk.

Literally.

De zon draait niet om ons.

The sun does not revolve around us.

Om de aarde.

Around the Earth.

Maar de aarde draait om de zon.

But the earth revolves around the sun.

Het tweede is Darwin.

The second is Darwin.

Van de hiërarchie die er is.

Of the hierarchy that exists.

Tussen planten, dieren en mensen.

Between plants, animals, and humans.

Die er nog steeds is.

That still exists.

En we eten vlees.

And we eat meat.

Waarom mag dat?

Why is that allowed?

Het is toch nog steeds christelijk gedacht.

It is still thought of as Christian.

Dat er een hiërarchie is.

That there is a hierarchy.

Van hogere en lagere dieren.

Of higher and lower animals.

Dat kun je natuurlijk ook wel darwinistisch beargumenteren.

You can certainly argue that from a Darwinian perspective as well.

Want de meeste dieren eten vlees.

Because most animals eat meat.

Maar waarom mag dat?

But why is that allowed?

Welke argumentatie geef je daarvoor?

What argument do you provide for that?

Nee, je hebt gelijk.

No, you are right.

En de derde is Freud zelf.

And the third is Freud himself.

Dus als je dat soort lijstjes maakt.

So if you make those kinds of lists.

Dat zou de luisteraar ook willen.

That is what the listener would want as well.

Kom je altijd bij jezelf uit.

Do you always end up with yourself?

Dan moet je altijd.

Then you always have to.

Dus Nietzsche zei ook.

So Nietzsche also said.

Ja, er zijn twee genieën.

Yes, there are two geniuses.

Beethoven en ikzelf.

Beethoven and myself.

Dat heeft Duitsland opgeleverd.

That is what Germany has yielded.

En ja, bij Freud moet je ook zeggen.

And yes, you also have to say with Freud.

Dus Freud zegt.

So Freud says.

Freud zegt.

Freud says.

Ik is geen baas in een eigen huis.

I am not the boss in my own house.

Dus het idee dat je inzicht hebt in jezelf.

So the idea that you have insight into yourself.

Dus hier hebben we weer die wil.

So here we have that will again.

Het idee dat de mens.

The idea that humankind.

Iemand is die zichzelf helemaal kan begrijpen.

Someone is someone who can completely understand themselves.

Ja, Freud.

Yes, Freud.

In die tijd was wel een psychoanalyse sessie.

At that time, there was indeed a psychoanalysis session.

Dat duurde negen sessies geloof ik.

I believe that took nine sessions.

Dus dan was je alweer klaar.

So then you were finished again.

Maar hij zegt ergens.

But he says somewhere.

Als je klaar bent.

When you are ready.

Dan heb je hoogstens de kelders van je huis.

Then you only have the basements of your house at most.

In kaart gebracht.

Mapped out.

Dus als ik het goed begrijp.

So if I understand correctly.

Als Nietzsche zegt.

When Nietzsche says.

God is dood.

God is dead.

Hij zegt dat tegen zijn atheistische vrienden.

He says that to his atheistic friends.

De horizon is uitgewist.

The horizon has been erased.

Dan zegt hij.

Then he says.

Jullie nemen dat niet serieus genoeg eigenlijk.

You don't take that seriously enough actually.

Je denkt gewoon.

You just think.

Ik geloof niet in die God van de Bijbel enzovoort.

I do not believe in that God of the Bible, etc.

Maar als je dat niet meer gelooft.

But if you no longer believe that.

Dan stort alles in feite.

Then everything collapses, in fact.

Dat is eigenlijk zijn punt toch?

Isn't that actually his point?

De hele orde eigenlijk.

The whole order actually.

Waar je altijd niet allemaal mee samenhangt.

Where you always don't all relate to each other.

De hele metafysica.

The whole metaphysics.

De morele orde.

The moral order.

En de ethiek.

And the ethics.

Alles wordt betekenisloos.

Everything becomes meaningless.

Nietzsche is een leerling van Schopenhauer.

Nietzsche is a student of Schopenhauer.

En een leerling van Darwin.

And a student of Darwin.

Het is echt een denker.

It is truly a thinker.

Die doordenkt wat daar de consequenties van zijn.

Who thinks through what the consequences of that are.

En een van de consequenties.

And one of the consequences.

Is dat hij bijvoorbeeld zegt.

That he says, for example.

Die ethiek van ons.

The ethics of us.

Die is niet door God gegeven.

That is not given by God.

Dus hij heeft een boek geschreven.

So he has written a book.

Een prachtig maar ook een ingewikkeld.

A beautiful but also a complicated one.

En ook wel controversieel werk.

And also somewhat controversial work.

Hij zegt die ethiek is gewoon ontstaan.

He says that ethics has simply emerged.

En je ziet dat er twee groepen zijn.

And you see that there are two groups.

Slaven en meesters.

Slaves and masters.

Die de hele tijd met elkaar strijd aan het voeren zijn.

Those who are constantly fighting with each other.

En wat is dan goed?

And what is then good?

Goed is gewoon wat die groep goed vindt.

Good is just what that group thinks is good.

Waarbij hij ook zegt.

Where he also says.

Dat dan de slavenmoraal.

That then is the slave morality.

Een negatieve afspiegeling is.

A negative reflection is.

Dus wat hij zegt.

So what he says.

Kijk hij zegt bijvoorbeeld.

Look, he says for example.

De heren hebben de macht.

The gentlemen have the power.

En dat moet je ook letterlijk zien.

And you should take that literally as well.

Dus hij heeft het echt over de adel.

So he is really talking about the nobility.

En die hebben heel veel slaven.

And they have a lot of slaves.

En wat noemen de heren dan goed?

And what do the gentlemen then call good?

Nou ja wat goed is voor hun.

Well, whatever is good for them.

Dus dat is een hele vitale op de aarde gerichte ethiek.

So that is a very vital Earth-oriented ethics.

Dus je moet gewoon lekker rijkdom verzamelen.

So you just have to happily gather wealth.

En op paarden rondholzen.

And galloping around on horses.

En weet ik wat.

And you know what.

En die slaven zegt Nietje.

And those slaves, says Nietje.

Kijk wat die doen.

Look at what they are doing.

Is niet dat ze zelf iets bedenken.

It's not that they come up with something themselves.

Maar dat ze de ethiek.

But that they have the ethics.

Van de meesters.

Of the masters.

De meesters ompolen.

The masters are being inverted.

Zij kijken.

They are looking.

Ze bedenken niet zelf iets.

They don't come up with something themselves.

Maar ze gaan naar de heren moraal.

But they are going to the gentlemen's morals.

En alles wat de heren goed vinden.

And everything that the gentlemen deem good.

Gaan zij fout vinden.

They will find it wrong.

En dan zegt hij ja.

And then he says yes.

Het voorbeeld van de slavenmoraal.

The example of the slave morality.

Is de christelijke moraal.

Is the Christian moral.

Want ja.

Because yes.

De heer zegt natuurlijk.

The gentleman says of course.

Op het moment dat zijn zoontje thuis komt.

At the moment his son comes home.

En die wordt gepest op school.

And she is bullied at school.

Wat zegt zo'n heer.

What does such a gentleman say?

Die zegt ja.

That says yes.

Geef een ramp terug.

Give a disaster back.

Het gaat om aarde.

It is about soil.

Het gaat om rijkdom.

It's about wealth.

Het gaat om vitaliteit.

It's about vitality.

En hij zegt kijk.

And he says look.

Je zit in de christelijke moraal.

You are in the Christian moral.

Daar dus een omkering van.

So there is a reversal of that.

Dat je andere wang moet toekeren.

That you should turn the other cheek.

Je moet andere wang toekeren.

You must turn the other cheek.

Als rijke kom je de hemel niet in.

As a rich person, you will not enter heaven.

Het gaat niet om hier.

It's not about here.

Maar het gaat om daar.

But it's about there.

Je moet zorgen voor de armen en de zwakken.

You must take care of the poor and the weak.

Je moet je vijanden lief hebben.

You must love your enemies.

En dan zegt Nietje.

And then Nietje says.

Maar eigenlijk gaat het die slaven niet.

But actually, it doesn't concern those slaves.

Om je vijanden lief hebben.

To love your enemies.

Maar het gaat die slaven.

But it's about those slaves.

Net zoals de heren om macht.

Just like the gentlemen for power.

Dus de ethiek is een middel.

So ethics is a means.

Om uiteindelijk die strijd met de heren te winnen.

To ultimately win that battle with the lords.

En dan zegt hij.

And then he says.

Dat hebben ze ook gedaan.

They have done that too.

Dat is behoorlijk gelukt.

That worked out quite well.

Dus wat is de dood van God?

So what is the death of God?

De dood van God is inderdaad het idee.

The death of God is indeed the idea.

Dat er geen horizonten meer zijn.

That there are no horizons anymore.

Dus de drie horizonten.

So the three horizons.

Traditioneel bij Plato.

Traditionally with Plato.

Zijn het ware en het goede en het schone.

They are the true, the good, and the beautiful.

Dat klinkt misschien wel abstract.

That might sound abstract.

Maar je moet maar nadenken.

But you just have to think about it.

Kwaliteit in je leven.

Quality in your life.

Vergroten is vergroot van waarheid, goedheid en schoonheid.

Enlarging is enlarged from truth, goodness, and beauty.

Dus wil je vieze koffie of wil je lekkere koffie?

So do you want dirty coffee or do you want delicious coffee?

Nou je wil lekkere koffie.

Well, you want delicious coffee.

Wil je een koffie waar mensen voor zijn uitgebuit?

Do you want a coffee for which people have been exploited?

Of wil je fair trade?

Or do you want fair trade?

Nou je wil liever fair trade dan uitbuit koffie.

Well, you'd rather have fair trade than exploitative coffee.

En wil je weten dat het koffie is of niet?

And do you want to know if it is coffee or not?

Ja je wil weten dat het koffie is.

Yes, you want to know that it's coffee.

Een beetje raar volgend.

A little strange following.

Maar het idee is.

But the idea is.

Het ware, het goede en het schone.

The true, the good, and the beautiful.

Hoor ik hierin.

I hear this in here.

Je moet een collega aannemen.

You need to hire a colleague.

Wat wil je?

What do you want?

Nou je wil iemand die leuk is en humor heeft.

Well, you want someone who is fun and has a sense of humor.

Dus dat is een esthetische kwaliteit.

So that is an aesthetic quality.

Dus het schone.

So the clean.

Maar je wil dat iemand rechtvaardig is en goed behandeld.

But you want someone to be treated justly and well.

Dus dat is ethische kwaliteit.

So that is ethical quality.

En je wil dat iemand weet waar hij het over heeft.

And you want someone to know what they are talking about.

Dus waarheid, goedheid en schoonheid.

So truth, goodness, and beauty.

Dat zijn de drie.

Those are the three.

En dan zegt Nietje.

And then Nietje says.

En het idee is dat we dat konden kennen.

And the idea is that we could know that.

Doordat God het wezen is.

Because God is being.

Wat volstrekt waar goed en schoon is.

What is completely true, good, and beautiful.

Dus al die begrippen.

So all those concepts.

Die mensen in hun dagelijks leven.

Those people in their daily lives.

Gewoon in ieder geval gebruikten.

Just used anyway.

Maar niet alleen gebruikten.

But not only used.

Maar nodig hebben om te kunnen navigeren.

But necessary to be able to navigate.

Het was geënt.

It was grafted.

Ergens op God als een soort.

Somewhere about God as a kind.

Die begrippen hadden een anker.

Those concepts had an anchor.

En dan zegt hij.

And then he says.

Dat anker bestaat niet.

That anchor does not exist.

Dus al onze ideeën.

So all our ideas.

Dat is moeras.

That is a swamp.

Daar zit geen fundatie onder.

There is no foundation under that.

En het tweede is wat hij zegt.

And the second is what he says.

Het is een bekende scène.

It is a well-known scene.

Uit zowel de vrolijke wetenschap.

From both the joyous science.

Als de Zarathustra.

As the Zarathustra.

Dat mensen dan zeggen.

That people then say.

Met wie Zarathustra.

With whom Zarathustra.

Die verkondigt dit dat.

That proclaims this.

Met twee werken van Nietje.

With two works by Nietje.

En die gaat dan naar de markt.

And then it goes to the market.

En die gaat dan verkondigen.

And that one will then proclaim.

God is dood.

God is dead.

En dan wordt hij uitgelachen.

And then he is laughed at.

Dan zeggen die mensen.

Then those people say.

Wij weten al dat God dood is.

We already know that God is dead.

De boodschap van Nietje is eigenlijk.

The message of Stapler is actually.

Ja maar niet echt.

Yes, but not really.

Want jullie gaan misschien niet meer naar de kerk.

Because you might not go to church anymore.

Zo zegt hij niet.

So he does not say.

Maar zo leg ik het uit.

But this is how I explain it.

Maar de manier waarop je nog leeft.

But the way you still live.

Is christelijk in de zin.

Is Christian in the sentence.

Dat je nog veronderstelt.

That you still suppose.

Dat dat anker er is.

That the anchor is there.

Dus jullie zeggen wel.

So you do say.

God is dood.

God is dead.

Maar je leeft alsof God nog niet dood is.

But you live as if God is not dead yet.

En dat toont zich in.

And that is reflected in.

In bijvoorbeeld het idee.

For example, the idea.

Dat je kan denken dat er zoiets als waarheid bestaat.

That you can think that something like truth exists.

Of dat je kan zeggen.

Or that you can say.

Nou maar dit is goed en dit is fout.

Well, this is good and this is bad.

En dit is een hele lange omweg.

And this is a very long detour.

Maar dit bedoel ik met het internaliseren.

But this is what I mean by internalizing.

Van de dood van God.

Of the death of God.

En daarom zei Nietjok.

And that is why Nietjok said.

Daar hebben we die honderd jaar voor nodig.

We need a hundred years for that.

Om dit idee in te laten dalen.

To let this idea sink in.

Ja want dat is wel belangrijk.

Yes, because that is indeed important.

Jij schrijft dus in jouw essay.

So you write in your essay.

Dat de jongeren.

That the youth.

Van nu dus generatie Z en zo.

So now generation Z and so on.

Dat dat de eerste generatie is.

That that is the first generation.

Die die dood van God die je nu uitlegt.

That death of God that you are now explaining.

Echt begint te internaliseren.

Really starting to internalize.

Maar dat vroeg ik me wel een beetje af.

But I did wonder about that a little.

Want dat las ik in je artikel.

Because I read that in your article.

En toen dacht ik.

And then I thought.

Dat is wel een beetje laat.

That is a bit late.

Misschien is het zo dat het over Nederland gaat.

Maybe it is about the Netherlands.

We zijn een land van waterbouwingenieurs.

We are a country of hydraulic engineers.

En kooplieden.

And merchants.

Dus filosofisch is het al wat langer hier.

So philosophically, it has been here for quite a while.

Maar als je kijkt naar Engeland.

But if you look at England.

Duitsland, Frankrijk.

Germany, France.

Daar zie je dat soort debatten.

There you see that kind of debates.

Over wat er nou echt betekent dat God dood is.

About what it really means that God is dead.

Toch al veel langer.

Actually much longer.

Ik denk ook aan Elliot in Engeland of zo.

I'm also thinking of Elliot in England or something.

Die het dan heeft over.

That has then been discussed.

De mensen hebben God verlaten.

The people have abandoned God.

Niet voor een andere God.

Not for another God.

Maar voor geen God.

But for no God.

En dat is de eerste keer in de geschiedenis.

And that is the first time in history.

En dan gaat hij een poosje door.

And then he continues for a while.

En dan heeft hij het over een cultuur van brave burgermensen.

And then he talks about a culture of well-behaved citizens.

En een miljoen verloren golfballen.

And a million lost golf balls.

Een soort triviale cultuur ontstaat.

A kind of trivial culture is emerging.

Waar niets meer betekenis heeft.

Where nothing has meaning anymore.

Ik denk in Frankrijk heb je natuurlijk existentialisme.

I think in France you certainly have existentialism.

Je noemde het net al.

You just mentioned it.

Die daar echt mee geworsteld hebben.

Those who have really struggled with it.

Je moet een sprong nemen.

You need to take a leap.

Je moet er echt voor gaan.

You really have to go for it.

Maar dat lijkt nu weg te zijpelen.

But that seems to be seeping away now.

In een schrijver als Uellebek.

In a writer like Houellebecq.

Die niets anders meer overhoudt dan instincten.

That leaves nothing else but instincts.

Het enige wat nog een beetje overblijft.

The only thing that still remains a bit.

Is of we nog een beetje chemisch of seksueel geprikkeld kunnen worden.

Whether we can still be a bit chemically or sexually stimulated.

Want de rest doet er eigenlijk niet meer toe.

Because the rest doesn't really matter anymore.

In Duitsland.

In Germany.

In Julizei of andere.

In July or otherwise.

Is het zo dat in Nederland.

Is it true that in the Netherlands?

Dat we daar pas heel laat achterkomen.

That we only find out about that very late.

Of zijn dit allemaal voorlopers.

Or are these all forerunners?

En is het nog niet echt massacultuur geworden.

And it hasn't really become a mass culture yet.

Ergens aarselijk.

Somewhat hesitant.

Ik denk dan zijn we er al niet voorbij.

I think then we are already not past it.

Is die dood van God al niet veel zo gewoon geworden.

Is that death of God not much too common now?

Dat het leven zo ver getrivaliseerd is.

That life has been so trivialized.

Dat de jongeren daar tegenaan lopen.

That the young people run into that.

Als we het gaan hebben over de vraag.

If we are going to talk about the question.

Dus ik ben van 74.

So I am from 74.

Waarom had ik het nou makkelijker als twintiger.

Why did I have it easier in my twenties?

Dan zou mijn hypothese zijn.

Then my hypothesis would be.

Omdat ik nog christen was.

Because I was still a Christian.

Cultureel.

Cultural.

Niet dat ik naar de kerk ging.

Not that I went to church.

En niet dat ik daar bewust over nadacht.

And not that I consciously thought about it.

Maar ik leefde.

But I lived.

Je werd nog verwarmd door de gloed van de ondergaande zon.

You were still warmed by the glow of the setting sun.

Ja.

Yes.

Op wat voor manier dan.

In what way then?

Op wat voor manier was dat christelijke wereldbeeld nog intact.

In what way was that Christian worldview still intact?

Of was jij dan nog christelijk.

Or were you still a Christian?

Terwijl je niet gelovig was.

While you were not a believer.

Nou in de zin dat je bijvoorbeeld heel naïef vertrouwt.

Well, in the sense that you trust very naively, for example.

In de goede aard van de mens.

In the good nature of man.

Dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt.

That it will all be okay in the end.

Kijk die liedjes heb ik nog wel geleerd op de zondagschool.

Look, I still learned those songs in Sunday school.

Stil maar wacht maar alles wordt nieuw.

Just be quiet, wait, everything will be new.

De hemel en de aarde.

The heaven and the earth.

Dat soort beloftes.

That kind of promises.

Die zijn er toch ergens ingekomen.

They must have gotten in somewhere.

Het is ook een verslaafde moraal.

It is also an addicted morality.

Als je dat liedje.

If you that song.

Het is echt een heel slecht indoctrinerend liedje.

It is really a very bad indoctrinating song.

Ja.

Yes.

Ja nee maar op een gegeven moment.

Yes, no, but at some point.

A pie in the sky when you die.

A pie in the sky when you die.

Blijf maar stil zitten.

Just stay seated.

Blijf maar rustig zitten.

Just stay seated.

Het komt allemaal wel goed.

Everything will be alright.

En er is een vader die over je waakt.

And there is a father who watches over you.

Nou dat zijn nogal grote veronderstellingen.

Well, those are quite big assumptions.

Mag ik daar toch even op inhaken.

May I just interject on that?

Want ik snap dit helemaal natuurlijk.

Because I completely understand this, of course.

Als volwassenen lopen ook de dingen over mijn rug bij zulke liedjes.

As an adult, things also pass over my back with such songs.

Maar dat is natuurlijk ook wat een traditie is.

But that is of course also what a tradition is.

Dat begint met 1, 2, 3 jarigen.

That starts with 1, 2, 3 year olds.

Die gaat.

That one is going.

Vormen in een bepaald wereldbeeld.

Shapes in a certain worldview.

Het zou niet goed zijn als je denk ik op je 25e nog alleen maar dat soort liedjes zingt.

It wouldn't be good if, I think, you were still only singing that kind of songs at 25.

Maar is het niet als je kinderen wil vormen.

But isn't it like when you want to shape children?

Dat je begint met ze iets te vertellen van de van de goedheid van God.

That you start by telling them something about the goodness of God.

Dat dingen goed aflopen.

That things turn out well.

Dat we in een universum zitten dat ondanks alle ellende die er is.

That we are in a universe that, despite all the misery that exists.

Ergens rijmt.

Somewhere it rhymes.

Ik zeg niet dat je dat moet geloven.

I'm not saying you have to believe that.

Maar mijn punt is het is toch ook een beetje makkelijk om op kinderliedjes dan te gaan zitten.

But my point is, it's a bit easy to criticize children's songs.

Want het is logisch dat het simpel begint.

Because it makes sense that it starts simply.

En heel eenzijdig.

And very one-sided.

En dat gebeurt ook met alles met kinderen.

And that happens with everything related to children.

Als je kinderen voor kinderen serieus gaat nemen.

If you start to take children seriously for children.

Zeg maar wat meer seculiere variant.

Just say a more secular variant.

We zitten ook niet allemaal op een onbewoond eiland met kokosnoten en zo.

We're not all sitting on a deserted island with coconuts and such.

Nee, nee, nee.

No, no, no.

Maar er wordt een bepaald wereldbeeld aangebracht.

But a certain worldview is presented.

Maar er zat wel meer ambiguïteit in de kinderen van kinderen.

But there was indeed more ambiguity in the children of children.

Ik wil het ook niet te ver doorvoeren.

I also don't want to take it too far.

Maar ik wil aan de andere kant.

But I want to go to the other side.

Je kunt een geloof of een wereldbeschouwing denk ik niet helemaal afrekenen op de kinderliedjes.

I don't think you can completely judge a faith or worldview based on children's songs.

Nee, maar er werd gevraagd naar een verklaring.

No, but a statement was requested.

Waarom ik als als 20.

Why I as 20.

In die zin christelijk was.

In that sense, it was Christian.

En ik denk wel dat dat een resonantie was van dit soort dingen.

And I do think that was a resonance of these kinds of things.

Die wel de hele tijd bijvoorbeeld ook door media.

That does indeed happen all the time, for example, through the media.

Dus de films die je ziet.

So the movies you see.

Feel good.

Feel good.

Het komt uiteindelijk allemaal goed.

In the end, everything will be alright.

Wel ergens worden bevestigd.

Well somewhere to be confirmed.

En misschien.

And maybe.

Ik ben ook gewoon vrij probleemloos opgegroeid.

I also grew up fairly trouble-free.

Dat er geen grote crisis waren of zo.

That there were no major crises or anything like that.

Je werd nog een beetje gevormd.

You were still a bit shaped.

Zeg maar je bent niet helemaal vrijgelaten van joh Menno doe wat je wil zoek het maar uit.

Just say you haven't been completely released, come on Menno, do what you want, figure it out.

Nee, maar ik herken dat ja ik herken dat wel dus dat dat is dat staartje van de verzuiling en zo en dingen waar en toch nog geen smartphone de informatie binnenkwam maar zo ook redelijk beperkt dus dat speelt absoluut een rol.

No, but I recognize that, yes I do recognize that, so that's the remnant of the pillarization and such, and things where, despite not having a smartphone, information came in but was still quite limited, so that absolutely plays a role.

Ik aarzel een beetje alleen om dat te verbinden met zo'n hele grote filosofische analyse als de dood van God.

I hesitate a bit to connect that with such a grand philosophical analysis as the death of God.

Onze samenleving is inderdaad heel snel geglobaliseerd bijvoorbeeld heel veel invloed gekomen van internationale manieren.

Our society has indeed globalized very quickly, for example, there has been a lot of influence from international practices.

De markten het internet is gekomen veel meer kinderen zijn opgegroeid met gescheiden ouders dan vroeger al dat soort dingen nou je kunt ook op lange je kunt zeggen als je het lang genoeg afwikkeld kom je uiteindelijk terecht misschien wel bij die dood van God dat zou kunnen.

The markets, the internet has come, many more children have grown up with divorced parents than before, all those kinds of things. Well, you could also say that if you extend it long enough, you might eventually end up at the death of God, that could be.

Maar de praktijk van echtscheidingen is natuurlijk ook het mogelijk zijn van echtscheidingen laat ik het maar zo is wordt ook mogelijk door een verandering in de moraal die ook weer mogelijk wordt door de dood van God.

But the practice of divorces is of course also made possible by a change in morality, which in turn is made possible by the death of God.

Het wordt allemaal wiebeliger.

Everything is getting wobblier.

Ja het wordt allemaal wiebeliger.

Yes, it all becomes wobblier.

Ik begrijp dat je eigenlijk drie gevolgen schetst wat de dood van God met ons wereldbeeld nu doet.

I understand that you are actually outlining three consequences of what the death of God does to our worldview now.

Eén je bent nu zelf verantwoordelijk geworden je moet het nu zelf doen je bent je eigen autoriteit dat is eigenlijk een van de gevolgen die misschien zo nog wat meer kunnen uitpakken.

One, you have now become responsible for yourself; you have to do it yourself. You are your own authority, which is actually one of the consequences that may unfold even more.

Twee je hebt alles aan jezelf te danken dat zei al even je succes maar ook je falen.

You have everything to thank yourself for, both your success and your failure.

En drie je hoeft niet meer per se een commitment te hebben dat zijn drie gevolgen die je volgens mij schetst van de dood van God.

And three, you no longer necessarily need to have a commitment; those are three consequences that I believe you outline from the death of God.

Misschien dat ze een voor een even kort.

Perhaps they will do it one by one briefly.

Kunnen nalopen.

Can check.

Eerst gevolg wat je schetste was je bent nu zelf verantwoordelijk geworden je moet het nu zelf doen dat is een van de gevolgen.

The first consequence of what you described was that you have now become responsible yourself; you have to do it yourself now, that is one of the consequences.

Ja je bent je eigen autoriteit.

Yes, you are your own authority.

Je bent je eigen dus je dus nou bijvoorbeeld kijk ik heb gedoseerd aan het UMCG, UMC Medisch Centrum Groningen en op een gegeven moment er willen meer studenten geneeskunde studeren dan dat de plekken zijn.

You are your own, so for example, I have taught at the UMCG, UMC Medical Center Groningen, and at a certain point, more medical students wanted to study than there were places available.

En vroeger was verloting dat weet je allemaal maar nu is er nou het zijn weer allerlei ontwikkelingen maar het is een tijdje decentrale selectie geweest.

And in the past there was a lottery, you all know that, but now there are various developments again, but it has been decentralized selection for a while.

Dus dat betekent dat studenten moesten solliciteren voor hun baan ze moesten motiveren waarom zij nou ja goed zouden zijn voor die voor voor die plek.

So that means that students had to apply for their job; they had to explain why they would be good for that position.

En er zit natuurlijk zo'n vraag in in zo'n proces ja maar waarom wil jij nou dokter worden.

And of course there is such a question in such a process yes but why do you want to become a doctor.

En vrij naar Albert Camus zou een traditioneel antwoord zijn ja ik wil dokter worden omdat mijn vader dokter was en mijn vaders vader was dokter en mijn vader vader was dokter.

And loosely citing Albert Camus, a traditional answer would be yes I want to become a doctor because my father was a doctor and my father's father was a doctor and my father's father was a doctor.

En mijn kinderen dus even jou jou jou opa en mijn kinderen zullen ook dokter zijn.

And my children, so just you, you, you, grandpa, and my children will also be doctors.

Ik denk dat je tot in de jaren zestig zeventig misschien wel tachtig met zo'n antwoord in de opleiding was gekomen.

I think that until the sixties, seventies, and maybe even the eighties, you would have come into the program with such an answer.

Ja komt uit een goed nest.

Yes, comes from a good background.

Je komt uit een goed nest maar je weet waarvoor je kiest.

You come from a good background, but you know what you choose.

Je kent dit leven.

You know this life.

Ja je kent dit leven en iedereen die die die die dat die kwam ook uit zo'n nest hoopte dat zijn kinderen nou blauw.

Yes, you know this life and everyone who came from such a background hoped that their children would be different.

Nou als je nu dit.

Well, if you do this now.

Antwoord geeft kom je er niet in dat levert je geen.

Answering does not get you in, it does not yield anything for you.

Het is niet waar maar het levert je geen bonuspunten op.

It's not true, but it won't earn you any bonus points.

Want het moet uit jezelf komen.

Because it has to come from within yourself.

Dit is een inauthentiek antwoord.

This is an inauthentic answer.

Nou ja dit is dus een naarwerking van het existentialisme dat dat stelt dat jij keuzes moet maken om iemand te worden maar dat je ook verantwoordelijk bent voor die keuzes en bij die keuzes je niet mag baseren op externe autoriteiten.

Well, this is an aftereffect of existentialism, which states that you have to make choices to become someone, but you are also responsible for those choices and you should not base those choices on external authorities.

Nee.

No.

Dus wat is de link met de dood van God de link met de dood van God is dat dat een enorme verantwoordelijkheid op ons geeft waarvan Sartre zegt ja maar kijk wat we doen is dat we dat we elke keer op het moment dat wij een keuze kunnen maken en onszelf kunnen bepalen die vrijheid over de schutting gooien want het is veel makkelijker om te leven zoals men leeft.

So what is the connection with the death of God? The connection with the death of God is that it gives us an enormous responsibility, of which Sartre says, yes, but look, what we do is that every time we can make a choice and determine ourselves, we throw that freedom over the fence because it is much easier to live as one lives.

Ja oké dus je geen externe autoriteiten je bent je eigen autoriteit maar dat is een vrijheid die we uiteindelijk moedigen.

Yes, okay, so you have no external authorities, you are your own authority, but that is a freedom that we ultimately encourage.

Om te dragen is zo want je bent dus altijd verantwoordelijk en een ander gevolg wat jij schetst heb je eigenlijk al aangestipt namelijk dat je dit ervoor zorgt als je zelf verantwoordelijk bent ja of je of je faalt of succes hebt heb je dan alleen aan jezelf te danken.

To carry is so because you are always responsible, and another consequence that you outline you have actually already touched on, namely that you ensure this; if you are responsible, yes or you succeed or you fail, you can only thank yourself for that.

Ja en dat zorgt voor heel veel druk dat zorgt voor heel veel druk kijk nu is het zo dat dat als je 40 bent en je bent nog geen je hebt nog geen burn-out gehad is bijna een indicatie dat je niet hard genoeg hebt gewerkt dus je bent.

Yes, and that creates a lot of pressure; that creates a lot of pressure. Look, now it's the case that if you're 40 and you haven't had a burnout yet, it's almost an indication that you haven't worked hard enough, so you are.

Oké deze reken ik me persoonlijk aan.

Okay, I personally take this to heart.

Ja precies je hebt nog even de tijd ja maar ik zou zeggen dat ik ben zelf door burn-out achtige toestand gaan ja de impact daarvan is door die dood van god anders want want je hebt niet alleen een sociaal probleem of een economisch probleem of een professioneel probleem maar je hebt daar bovenop ook nog eens een keer een existentieel probleem ja ja dus dus dus degene die met een burn-out thuis zit zwart wit opmerking.

Yes, exactly, you still have some time, but I would say that I myself have gone through a burnout-like state. Yes, the impact of that is different because of that death of God, because you not only have a social problem or an economic problem or a professional problem, but on top of that, you also have an existential problem. Yes, yes, so those who are at home with a burnout have a black-and-white comment.

Is is ook.

It is too.

Die faalt als mens die faalt als mens je schrijft daarover wie ontslagen wordt of met een burn-out thuis zit heeft niet alleen een sociaal of economisch maar ook een existentieel probleem mislukken op je werk betekent mislukken als mens in dit wereldbeeld eigenlijk ja want je bent zelf verantwoordelijk ja ik ben ik ben nu bezig met een boek over de vraag of het onmogelijk of of het of je gelukkig kan worden van je werk en het antwoord is natuurlijk nee dat dat dat zal de luisteraar begrijpen dat het mijn antwoord is maar een van de dingen is dit.

He fails as a person, he fails as a person. You write about it; those who are fired or sitting at home with a burnout have not only a social or economic problem, but also an existential one. Failing at work means failing as a person in this worldview. Actually, yes, because you are responsible for yourself. Yes, I am currently working on a book about the question of whether it is impossible or whether you can become happy from your work, and the answer is, of course, no. The listener will understand that this is my answer, but one of the things is this.

Ja en een van de manieren waarop je toe kan verhouden is is door bij voorbaat al niet meer in die race te stappen maar ik vraag me dus af of het niet committeren aan werk even ja dat kun je natuurlijk meer over zeggen dan dat ik nu zeg maar ik weet niet of dat de oplossing is wat mijn werk brengt en ik heb ook ander werk dan veel andere mensen dus dus ook dat kan ik niet veralgemeniseren is dat voor mij ook een type bron van zingeving is niet alleen maar doordat ik nou ja bijvoorbeeld.

Yes, and one of the ways you can relate to it is by not entering that race in advance, but I wonder if not committing to work, yes, you can certainly say more about that than I am now, but I don't know if that's the solution. What my work brings, and I also have different work than many other people, so I can't generalize that either. For me, it is also a type of source of meaning, not just because I, well, for example.

Met jullie praat en en en maar het het genot van het schrijven of het genot van het spreken of het genot van het studeren is is is heel erg waardevol maar er is toch niks mis mee of wel nee maar maar dat kan dus alleen maar doordat je daarin bent getraind ja maar ik zou juist wel denken dat er heel veel mis mee is wat je zelf al schet namelijk als het werk jouw zingeving is en het gaat niet goed op je werk je krijgt negatieve beoordelingen of je krijgt te weinig opdrachten of wat dan ook.

Talking to you, the pleasure of writing, the pleasure of speaking, or the pleasure of studying is very valuable, but there is nothing wrong with it, is there? But that can only happen because you have been trained in it. Yes, but I would actually think there is a lot wrong with it, as you already outlined, namely if your work is your meaning in life, and things are not going well at work, you receive negative reviews or get too few assignments or whatever.

Ja.

Yes.

Dan dan geef jij een gewicht aan je werk wat waar werk eigenlijk niet voor bedoeld is.

Then you give a weight to your work that work is not actually intended for.

Ja bijvoorbeeld toch ik bedoel bijna klassieke reactie geven bijna Aristotelisch van het juiste midden natuurlijk lijkt me niet goed als je werk je een en al is en je zingeving dat dat is een beetje de maak van je werk een soort god en dat wordt een beetje veel maar als je geen zingeving zal alleen aan je werk het volledig onthecht zou doen of zonder enige dat lijkt me ook helemaal niet gezond.

Yes, for example, I mean to give almost a classical response, almost Aristotelian about the right balance. Of course, I don't think it's good if your work is everything for you and your sense of meaning; that makes your work a kind of god, and that becomes a bit too much. But if you have no meaning at all tied to your work, it would be completely detached or without any, and I don't think that is healthy at all.

Een beetje zingeving.

A little meaning.

Je mag er toch wel van genieten en zinnen ontlenen.

You should certainly enjoy it and take inspiration from it.

Ja nee dat is zo dus wat is het punt wat ik wil maken.

Yes, that's true, so what is the point I want to make?

Nou jij wordt fitter dus laat ik dat.

Well, you are getting fitter, so I’ll let that go.

Ik had rond mijn veertigste het idee dat ik een beetje begon te begrijpen wat al die dingen die ik deed met elkaar te maken hadden.

I had the idea around my forties that I was starting to understand what all those things I did had in common.

Dus mijn zelf begrip was voor die tijd ja nou ja Menno is geen georganiseerd wezen.

So my self-understanding at that time was, well, Menno is not an organized being.

Hij heeft hobby's die niks met elkaar te maken hebben maar hij vindt het allemaal leuk dus hij doet het allemaal.

He has hobbies that have nothing to do with each other but he enjoys them all, so he does them all.

Maar juist doordat ik dat wel serieus en met veel energie.

But precisely because I do take that seriously and with a lot of energy.

Heb gedaan begon ik op mijn veertigste in te zien wat het met elkaar te maken had en had ik ook de bagage om daar weer een weer dat verder te ontwikkelen maar die die tijd daarvoor is is heel vaak niet leuk geweest en ik had gewoon veel kinderen dus dat was gewoon dat is heel simpel.

I started to realize what it was all about when I turned forty, and I also had the baggage to further develop that, but that time before was often not fun, and I simply had many children, so that was just very simple.

Het was gewoon een economische noodzaak om rood op de plank te krijgen dus ik heb ik zat zelf nooit in de situatie dat ik mezelf kon afvragen van nou zal ik twee dagen per week werken of drie dagen vijf dagen moest gewoon gewerkt worden.

It was simply an economic necessity to get red on the shelf, so I was never in a situation where I could ask myself whether I would work two days a week or three days; I just had to work five days.

Het is een Romeinse wijziging op je land goed zitten.

It is a Roman modification to sit well on your land.

Nee dat kon niet en maar maar achteraf denk ik dat me dat heel veel heeft opgeleverd.

No, that wasn't possible, but in hindsight I think it has gained me a lot.

Maar het zorgt dus wel voor een burn-out bij je.

But it does lead to a burnout for you.

Het zorgt wel voor een burn-out dus ik ben wel ergens niet helemaal maar ik heb nog steeds de angst.

It does lead to a burnout, so I'm not completely okay, but I still have the fear.

Ik ben zzp'er dus ik mensen moeten mij inhuren.

I am a freelancer, so people have to hire me.

Na mij zijn er weer nieuwe generaties filosofen en er is altijd de angst van nou is het nog interessant is het nog relevant.

After me, there will be new generations of philosophers and there is always the fear of whether it is still interesting, whether it is still relevant.

Mag ik nog even terugkomen op.

May I come back to that for a moment?

Het punt dat je net je begon met te zeggen dat het eigenlijk best wel ongezond is dat we jongeren steeds vragen om diep in zichzelf te kijken en te zoeken naar wie ze echt zijn enzovoort enzovoort.

The point you just started to make is that it is actually quite unhealthy for us to constantly ask young people to look deeply within themselves and search for who they really are, and so on and so forth.

Een tijdje geleden had je het over de existentialisten die eigenlijk als eerste reageerde op die dood van God en die zeiden je krijgt zelf een verantwoordelijkheid.

Some time ago, you talked about the existentialists who were actually the first to react to the death of God and who said you take on your own responsibility.

Met het zelf haakte ik een beetje omdat ik die twee ook een beetje met elkaar verbind.

I hesitated a bit with the self because I also connect those two a bit with each other.

Meer filosofisch gezegd zou je kunnen afvragen is er nog een zelf naar de dood van God.

More philosophically stated, one could ask whether there is still a self after the death of God.

Is er nog een iets wat als het ware alles bij elkaar houdt.

Is there still something that holds everything together, so to speak?

En dat ligt dan niet meer in de hemelen maar in onszelf maar is dat is dat er überhaupt nog wel wat is dat zelf dan precies en smokkelen we toch niet stiekem God weer binnen dan.

And that is no longer in the heavens but within ourselves, but is there even anything that self is exactly, and aren't we secretly smuggling God back in then?

Want zeker als het gepaard gaat met dingen als je moet je verantwoordelijk zijn je moet authentiek voel je er komt al die moraal gewoon weer binnen zijn op een andere manier.

Because especially when it comes with things like you have to be responsible, you have to be authentic, feel it, all that morality just comes back in a different way.

En waar komt die dan weer vandaan dus dus als je het hebt over dat de dood van God misschien nu pas echt begint door te dringen tot een nieuwe generatie stel dat dat zo is.

And where does that come from again, so if you talk about the death of God maybe really starting to penetrate to a new generation, suppose that is the case.

Dan beginnen ze misschien wat te ontdekken dat het hele zelf verdwenen is.

Then they might start to discover that the entire self has disappeared.

Dat ik inderdaad niet veel meer bent dan een gestolt stroompje macht wil het eindpunt van een sterk willekeurige evolutie of iemand die die rijdt op zijn eigen onderwuste.

That I am indeed not much more than a solidified stream of power wants the endpoint of a strongly random evolution or someone who rides on their own unconscious.

Ja als een iemand die op de rug van een tijger rijdt.

Yes, like someone riding on the back of a tiger.

Nou ja ik ga nu wat verder over elkaar maar dat idee dus zijn we niet zelfs het spreken over het zelf dat allerlei dingen moet en plicht heeft in het leven en verantwoordelijkheid is dan nog te christelijk toch.

Well, I'm going to elaborate on that a bit further, but that idea of ourselves, that we must do various things and have obligations and responsibilities in life, is still too Christian, isn't it?

Nou ja in ieder geval het zelf dat er binnenin je een kern zit of iets dus dus dus het dus de startgever die zou zeggen ja het zelf dat is gewoon de reeks van besluiten die je hebt genomen.

Well, in any case, the self is like a core inside you or something, so, so, so, the initiator would say, yes, the self is simply the series of decisions you have made.

Van hem moest het wel op een bepaalde manier.

It had to be done in a certain way according to him.

Het is toch weer moraal.

It's morality again, after all.

Ja ja maar de moraal zit wel in jezelf in de zin dat je uiteindelijk dan wel de enige toetssteen bent en die is gefundeerd in de vrijheid.

Yes, yes, but the moral lies within yourself in the sense that you ultimately are the only touchstone, and that is founded in freedom.

En dan zeg je ja dat moet je dus niet opgeven.

And then you say yes, you shouldn't give up on that.

Dat is dat dus die authenticiteit.

So that's that authenticity.

Maar daar zou Freud het al niet mee eens zijn.

But Freud would not agree with that.

Zo vrij zijn we helemaal niet.

We are not free at all.

Nee nee nee dus dat is ook de kritiek op Sartre.

No no no, so that is also the criticism of Sartre.

Ja precies.

Yes exactly.

Dat het veel te weinig zicht hebt op de sociale en economische omstandigheden en de biologische omstandigheden.

That you have far too little insight into the social and economic conditions and the biological circumstances.

Maar wat je bijvoorbeeld ziet naar aanleiding van die dood van God is dat is dat het concept van de absurditeit heel erg belangrijk wordt.

But what you see, for example, in response to that death of God is that the concept of absurdity becomes very important.

Dus dat zie je ook bij Camus.

So you see that with Camus as well.

Dat die werkelijkheid om ons heen niks om ons geeft.

That the reality around us doesn't care about us.

En geen richting geeft.

And gives no direction.

En hoe verhoud je je daartoe?

And how do you relate to that?

Nou de geschiedenis van de 20e eeuwse filosofie.

Well, the history of 20th-century philosophy.

Dus dit is ook weer de dood van God.

So this is also the death of God again.

Probeert antwoorden te geven op die vraag.

Tries to provide answers to that question.

Nou een van die antwoorden is Sartre.

Well, one of those answers is Sartre.

Dus je moet je authenticiteit.

So you need to be your authenticity.

Camus geeft bijvoorbeeld een ander antwoord.

Camus gives a different answer, for example.

Je moet de absurditeit tot jouw absurditeit maken.

You must make the absurdity your own absurdity.

Dus hij heeft dat boek van de mythe van Sisyphus.

So he has that book on the myth of Sisyphus.

Sisyphus is die.

Sisyphus is dead.

Is die door de gode gestrafte die de hele tijd die een steen naar boven moet duwen.

Is he punished by the gods who has to push a stone up all the time?

En dan is hij bovenaan de berg en rolt de steen weer naar beneden.

And then he is at the top of the mountain and rolls the stone down again.

Dus van buitenaf gezien volstrekt zinloos.

So from the outside, it seems completely pointless.

Waar zit de zingeving?

Where is the meaning?

Die zit van binnen.

That's inside.

Dat je je lot als het ware onarmt.

That you, as it were, unburden your fate.

Amor fati.

Love of fate.

Een derde antwoord wordt gegeven door iemand als Thomas Nagel.

A third answer is provided by someone like Thomas Nagel.

Die zegt ja je moet het zoeken in de ironie.

That says yes, you have to look for it in the irony.

En wat is nou die ironie?

And what is that irony?

De ironie.

The irony.

De ironie is en dat is ook een bekend cultuurverschijnsel nu.

The irony is, and that is also a well-known cultural phenomenon now.

Dus ik ben daar wel fan van eigenlijk.

So I'm actually a fan of that.

Dat je je beseft dat je niet zonder die waarde kan.

That you realize you cannot do without that value.

Terwijl je tegelijkertijd weet dat er geen fundering is voor die waarde.

While at the same time you know that there is no foundation for that value.

Ik noem dat ironische commitments.

I call that ironic commitments.

Ironische commitments.

Ironical commitments.

Dus je zegt ja maar met een knipoog.

So you're saying yes but with a wink.

Maar de knipoog is niet ja ik ga nee doen.

But the wink is not saying yes I will do no.

Maar er zit een soort van godsweg de greep.

But there is a kind of divine grip.

Maar het is ook een beetje jezelf voor de gek houden.

But it's also a bit of fooling yourself.

Ik geloof niet dat er een soort ultieme waarden zijn.

I don't believe that there are any kind of ultimate values.

Een ultieme goedheid.

An ultimate goodness.

Maar ik ga wel leven alsof het er is.

But I will live as if it exists.

Ja nee nee.

Yes no no.

Want als je jezelf voor de gek houdt.

Because if you are fooling yourself.

Dat betekent dan dat je gaat doen.

That means you are going to do it.

Ja dat je er ook in gelooft.

Yes, that you believe in it too.

Dat je erin gaat geloven.

That you are going to believe in it.

De ironie zit erin.

The irony is in it.

En dat is dus heel moeilijk.

And that is very difficult.

Dat je het doet terwijl je ook de toevalligheid ervan inziet.

That you do it while also recognizing its randomness.

De toevalligheid of de onwaarheid?

The coincidence or the untruth?

Het is nergens op gefundeerd.

It is not based on anything.

Ja.

Yes.

Maar misschien is het praktisch.

But maybe it's practical.

Misschien is het handig.

Maybe it is useful.

Maar dat doen we toch allemaal.

But we all do that, don't we?

Ik bedoel de verwoestende uitwerking van de tijd.

I mean the devastating effect of time.

Ik woon naast een kerkhof.

I live next to a cemetery.

Dat kan ik iedereen aanraden.

I can recommend that to everyone.

Ja waarom?

Yes, why?

Omdat een grafsteen is een futiele poging.

Because a grave stone is a futile attempt.

Om nog te zeggen hier lig ik.

Just to say, here I lie.

Ik was er.

I was there.

Ik heb iets gedaan.

I have done something.

Futiel.

Futile.

Zie je het zo?

Do you see it that way?

Ik zie het zo.

I see it that way.

Het is iets wat de familie doet.

It is something that the family does.

Niet zozeer als de steden van de overledenen.

Not so much as the cities of the deceased.

In ieder geval.

In any case.

Ja.

Yes.

Het laatste dus de avonden van Reef.

The last thing is the evenings of Reef.

Het is niet onopgemerkt gebleven.

It has not gone unnoticed.

Ja.

Yes.

Oké.

Okay.

Maar goed, je was aan het vertellen.

But well, you were telling a story.

Maar niemand komt meer op dat kerkhof waar ik woon, want het is een gesloten kerkhof.

But no one visits the cemetery where I live anymore, because it is a closed cemetery.

Ja.

Yes.

Dus dus en je weet, er liggen heel veel mensen die hebben geen steen.

So, you know, there are a lot of people who have no stone.

Dus dus dus je weet dat alles wat je doet, uiteindelijk wil je iets maken.

So so so you know that everything you do, ultimately you want to create something.

Ik uiteindelijk is er komt een punt dat niemand meer.

Eventually, there comes a point that no one anymore.

Weet dat je ooit bestaan hebt.

Know that you once existed.

Er komt een punt waarop niemand meer.

There comes a point where no one more.

Dus dus dus.

So so so.

Indien daar is het ook een beetje de ironie in dan.

If so, then it's also a bit of irony in that.

En daar zit de ironie in dat je dat je het dat je het doet en dat je tegelijkertijd.

And that's where the irony lies in that you do it and at the same time.

Weet dat het te vergeefs is en het heeft iets pragmatisch zeg ik moet er ook wel aan denken.

Know that it is in vain and it has something pragmatic; I have to think about it too.

Dat er zit ook een schoonheid in als mensen dat in de ironie.

There is also a beauty in it when people do that in irony.

Ja, dat je gewoon tegen de klippen op gewoon zegt van jongens, we gaan dit doen.

Yes, that you just straightforwardly say, guys, we are going to do this.

Ja, ja, ja, fuck it.

Yes, yes, yes, fuck it.

Ja, dus dat je je inzet voor iets.

Yes, so that you are committed to something.

Dus stel je voor dat we dat niet zouden doen.

So imagine if we didn't do that.

Dan dan krijg je inderdaad dat nihilisme.

Then indeed you get that nihilism.

Nou, daar moest ik aan denken, omdat ja, dat nihilisme.

Well, I was thinking about that because yes, that nihilism.

Ja, laat dat woord nu vallen, want je zou kunnen denken inderdaad de ultieme.

Yes, let's drop that word now, because you might indeed think the ultimate.

Het ultieme doordenken van die dood van God.

The ultimate contemplation of the death of God.

Dan eindig je uiteindelijk bij nihilisme, want er is niks goed of er is niks ultiem waars.

Then you ultimately end up with nihilism, because there is nothing good or there is nothing ultimately true.

Of er is niks ultiem schoons.

Or there is nothing ultimately beautiful.

Dus uiteindelijk je zou kunnen uitkomen bij nihilisme.

So in the end you could arrive at nihilism.

Dat is ja, dat zou kunnen.

Yes, that could be.

Maar volgens Nietzsche is dat dus iets wat je dient te vermijden.

But according to Nietzsche, this is something you should avoid.

Precies het grote gevaar schetsen.

Precisely outlining the great danger.

Ja, ja, tegelijkertijd.

Yes, yes, at the same time.

Tegelijkertijd zeg je ook van ja, je kan niet zo leven.

At the same time, you also say that yes, you can't live like that.

Niemand kan zo leven.

No one can live like that.

Niemand leeft gelukkig ook zo.

No one lives happily like that.

Ik moet ook denken aan een aantal mensen, ook bij ons in de podcast, die zichzelf hebben omschreven als nihilist.

I also have to think of a number of people, including in our podcast, who have described themselves as nihilists.

Tim Hofman moet ik aan denken.

I think of Tim Hofman.

Die zei heel...

That said very...

Allemaal hele aardige mensen.

All very nice people.

Ja, zeker.

Yes, certainly.

Maar hij zei heel scherp.

But he said very sharply.

Eigenlijk ben ik nihilist, maar ik kan niet zo leven.

Actually, I am a nihilist, but I can't live like that.

En hij zet zich in voor rechtvaardigheid en allemaal doelen die in zijn ogen rechtvaardig zijn.

And he is committed to justice and all the causes that he believes are just.

Ja, dat doe je niet als nihilist.

Yes, you don't do that as a nihilist.

Dat doe je omdat je gelooft dat iets de moeite waard is of dat iets goed is.

You do that because you believe that something is worth it or that something is good.

Want je streeft naar het goede.

Because you strive for the good.

Je streeft naar rechtvaardigheid.

You strive for justice.

Is dat dan een manier om...

Is that a way to...

Want dat zijn ook een beetje de scenario's die jij schetst.

Because those are also a bit the scenarios that you describe.

De ironie en de absurditeit.

The irony and the absurdity.

Het omarmen daarvan dat het eigenlijk ook een soort coping mechanismes zijn om om te gaan met...

Embracing the fact that they are actually a kind of coping mechanisms to deal with...

Ja, nu gaan we naar de psychologie.

Yes, now we are going to psychology.

Dat er geen fundering is.

That there is no foundation.

Dat het alleen maar nihilistisch is.

That it is just nihilistic.

Ja, dan moet je maar iets gaan optuigen.

Yes, then you should just set something up.

En dat is dan misschien ironie of absurditeit.

And that may be irony or absurdity.

Het artikel van Thomas Nagel, en dat schrijf je nagel, dus dan kunnen mensen dat thuis even opzoeken.

The article by Thomas Nagel, and you spell it Nagel, so people can look it up at home.

Dat heet The Absurd.

That's called The Absurd.

Dus het absurde.

So the absurd.

En hij...

And he...

Ik ben een verzamelaar van zinnen.

I am a collector of sentences.

Net zoals dat mensen bijbelteksten hebben.

Just like people have Bible verses.

Nee, maar dat...

No, but that...

En nu moet ik hem uit mijn hoofd gaan citeren.

And now I have to quote him from memory.

Dat heb ik niet voorbereid.

I did not prepare that.

Dus ik weet niet of ik het goed doe.

So I don't know if I'm doing it right.

Maar hij zegt ergens, hij sluit dat essay af.

But he says somewhere, he concludes that essay.

En het is heel levenswaardig en heel grappig geschreven.

And it is very life-affirming and written in a very funny way.

Hij zegt ook als niets iets uitmaakt, maakt het feit dat iets niet uitmaakt ook niet uit.

He also says that if nothing matters, then the fact that something doesn't matter doesn't matter either.

En daardoor krijg je...

And as a result you get...

De mentale mogelijkheid, dus nu even richting coping.

The mental capability, so now a bit towards coping.

Om de vrijheid van de humor te krijgen en te kunnen lachen om jezelf.

To gain the freedom of humor and to be able to laugh at yourself.

In plaats van een heel heroïsche leven te leiden zoals Nietzsche dat schetst.

Instead of leading a very heroic life as Nietzsche describes it.

Of in wanhoop jezelf ter aarde te storten.

Or to throw yourself to the ground in despair.

Dus er is de optie.

So there is the option.

Ja goed, ik hou van die levenshouding.

Yes, good, I love that attitude towards life.

Dus de houding waarin je uiteindelijk lacht om jezelf.

So the attitude in which you ultimately laugh at yourself.

En ik heb...

And I have...

Nu preek ik en dan denk ik van doe ik het nou zelf.

Now I preach and then I think, am I doing it myself?

Mag je dat?

Is that allowed?

Ja, ja, ja.

Yes, yes, yes.

Dan denk ik van doe ik het zelf ook waarschijnlijk.

Then I think I'll probably do it myself too.

Maar het punt is dat de dood van God voor mij een link heeft met een ruimte creëren voor humor.

But the point is that the death of God has, for me, a connection with creating space for humor.

En wat betekent humor?

And what does humor mean?

Dat er een soort van openheid zit.

That there is a kind of openness.

En ook een soort van niet zelfmedelijden.

And also a kind of not self-pity.

Maar laten we bij Bosterm hebben een barmhartigheid met jezelf.

But let's have mercy on ourselves at Bosterm.

Dat je zegt van ja jongens, we zijn ook een ziek dier.

That you say, yes guys, we are also a sick animal.

En niet zegt we zijn een heel ziek dier.

And it doesn't say we are a very sick animal.

We kunnen niks.

We can't do anything.

We hebben geen vacht.

We don't have fur.

We kunnen niet hard rennen.

We cannot run fast.

We hebben geen vacht.

We don't have fur.

Ja, onze instincten zijn zwak.

Yes, our instincts are weak.

Ja, we kunnen een beetje nadenken.

Yes, we can think a little.

En hij zegt we zijn het meest zieke dier.

And he says we are the most sick animal.

Maar daarmee wel het meest interessante dier.

But that makes it the most interesting animal.

Maar zou het kunnen dan dat het dan voor de een, voor de filosoof die jij bent.

But could it be then that for one, for the philosopher that you are?

Dat het inderdaad absurditeit en ironie dat het ruimte schept voor humor.

That it is indeed absurdity and irony that creates space for humor.

Voor dat soort ook filosofische gedachtespinsels.

For that kind of philosophical musings.

Maar dat het voor de ander.

But that it is for the other.

Ook degene die dan dat advies krijgen.

Also those who then receive that advice.

Dat slecht advies in jouw ogen.

That bad advice in your eyes.

Van oké, ga het zelf maar ontdekken.

Fine, go discover it yourself.

Ga maar uitzoeken wat je wil.

Go ahead and figure out what you want.

Dat het voor die ander misschien helemaal niet zo leuk filosofisch, ironisch gedachtespinsel is.

That for the other person it might not be such a fun philosophical, ironic thought at all.

Maar gewoon een redderloosheid of een raderloosheid.

But just a saviorlessness or a wheellessness.

Nou ja, dat is wel iets wat Nietje zegt.

Well, that's something Nietje says.

Dat heel veel mensen het moeilijk zullen gaan vinden.

That many people will find it difficult.

Om de lood van God te internaliseren.

To internalize the lead of God.

En daarom vind ik dat zo interessant.

And that's why I find it so interesting.

Ik weet helemaal niet of mijn claim terecht is.

I have no idea if my claim is justified.

Maar ik vind het een interessante claim.

But I find it an interesting claim.

Er zit toch een nieuw soort.

There is indeed a new kind.

Probleem in met de omgang van de werkelijkheid in deze nieuwe generatie.

Problem with the handling of reality in this new generation.

Waarvan ik zou kunnen zeggen.

Of which I could say.

Ja, zou dat niet de doorwerking of de internalisering zijn van de dood van God?

Yes, wouldn't that be the influence or internalization of the death of God?

Dus ik herken hier veel van.

So I recognize a lot of this.

En ik herken ook bij mezelf een zekere neiging.

And I also recognize a certain tendency in myself.

Tot dat om het armen van het absurde.

Until it surrounds the arms of the absurd.

Vooral als ik in gezelschappen ben.

Especially when I am in company.

Waar mensen dit allemaal heel zeker weten.

Where people are very certain about all of this.

En tegelijk roep ik mezelf toch wel vaak wat tot de orde daar.

And at the same time, I often call myself to order there.

Omdat mijn probleem hiermee is dit.

Because my problem with this is this.

Hoe bouw je een gemeenschap hierop?

How do you build a community on this?

Ik kan het heel goed voorstellen.

I can very well imagine that.

Zoals een persoonlijke filosofie.

Like a personal philosophy.

De Seneca op zijn landgoed.

The Seneca on his estate.

Die altijd vergat dat hij dan omringd werd door slaven die het voor hem deden.

Who always forgot that he was surrounded by slaves who did it for him.

Dus dat is één.

So that's one.

Dus hoe kun je gemeenschappen, ook samenlevingen bouwen op dit soort absurditeit.

So how can you build communities, or societies, on this kind of absurdity?

Waarbij je eigenlijk alles draait om de cultivatie van jezelf.

In which you actually revolve everything around the cultivation of yourself.

Dat is één.

That's one.

En een tweede is.

And a second is.

En dan kom ik even toe op Nietzsche met zijn verachting voor de slavenmoraal.

And then I will briefly touch upon Nietzsche with his contempt for slave morality.

Wat heb je hier aan als je arm bent?

What good is this to you if you are poor?

En afhankelijk bent van de anderen om geholpen te worden.

And you depend on others to be helped.

Als die anderen dat absurditeit omarmen.

If the others embrace that absurdity.

En zeggen nou ja misschien help ik je wel.

And say well maybe I will help you.

Als ik het goed vervoel.

If I feel it correctly.

En dat is mijn absurditeit.

And that is my absurdity.

Als je het niet doet.

If you don't do it.

Dan heb je ook heel weinig om daarover te zeggen.

Then you have very little to say about it.

Dan is dat ook jouw keus.

Then that is also your choice.

Dus wat wegvalt.

So what is left out.

Ik weet niet zo goed of ik daar goede woorden voor kan vinden.

I'm not quite sure if I can find the right words for that.

Maar ik hoop dat je begrijpt wat ik bedoel.

But I hope you understand what I mean.

Is een soort gedeeld moreel kader.

It's a kind of shared moral framework.

Of misschien ook een soort sfeer van verplichting.

Or perhaps a kind of atmosphere of obligation.

Want sommige dingen doe je gewoon.

Because some things you just do.

Of nog wat dichter bij huis.

Or even closer to home.

Voor je oude ouders zorgen bijvoorbeeld.

For taking care of your elderly parents, for example.

Is het dan om het even.

Is it then all the same?

Als je het allebei maar authentiek doet.

As long as you do both authentically.

En met omarming van de absurditeit.

And embracing the absurdity.

Als de een zegt nou ik laat ze verrotten.

If one says, well, I'll let them rot.

En de ander zegt ik ga me ervoor inzetten.

And the other says I'm going to commit to it.

Dus daar zit een beetje.

So there's a bit sitting there.

Daar blijft wel een beetje een vraag hangen.

There is still a bit of a question hanging.

Nou ja kijk als je historisch kijkt.

Well, if you look at it historically.

Dus Aristoteles zegt.

So Aristotle says.

Dan kun je zeggen ja Aristoteles.

Then you can say yes Aristotle.

Maar het CDA is bijvoorbeeld een partij.

But the CDA is, for example, a party.

Die misschien nog wel bestaat.

That may still exist.

Maar het CDA.

But the CDA.

Dus de CDA en zijn autoriteit.

So the CDA and its authority.

Is zwaar door dit soort ideeën beïnvloed.

Is heavily influenced by this kind of ideas.

Dus dat is een belangrijk idee.

So that's an important idea.

Aristoteles zegt kijk.

Aristotle says look.

De mens is een politiek dier.

Man is a political animal.

En daarmee bedoelt hij.

And by that, he means.

Dat je als mens.

That you as a person.

Pas echt mens kunt worden.

You can only truly become human.

In een gemeenschap.

In a community.

Dus hij zegt alleen maar goden.

So he only says gods.

Of dieren leven buiten een gemeenschap.

Or animals live outside a community.

En op het moment dat je niet.

And at the moment that you don't.

Binnen een gemeenschap leeft.

Lives within a community.

Dan ben je niet te benijden.

Then you are not to be envied.

En een gemeenschap.

And a community.

Is een oikeosis.

Is it a oikeosis?

Dat is een gemeenschap van waarde.

That is a community of value.

Wat er gebeurt.

What is happening.

Bijvoorbeeld als je kijkt naar het liberalisme.

For example, if you look at liberalism.

Is dat er uiteindelijk.

Is that it, after all?

Geen gedeelde ethiek meer is.

No shared ethics anymore.

Er is geen polis meer die ons verenigd.

There is no longer a policy that unites us.

Dus als je kijkt naar een democratie.

So if you look at a democracy.

Dan wat is nou het goede.

Then what is the good?

Dus op een kwalitatieve vraag.

So on a qualitative question.

Wat is nou goede samenleving.

What is a good society?

Geven wij een kwantitatief antwoord.

Are we giving a quantitative answer?

Wat de meeste mensen goed vinden.

What most people consider good.

Logisch gezien.

Logically speaking.

Is dit een probleem.

Is this a problem?

Want wat de meeste mensen goed vinden.

Because what most people think is good.

Is niet mensen kunnen zich vergissen.

People can make mistakes.

Dus het feit dat veel mensen.

So the fact that many people.

Iets goed vinden.

To find something good.

Betekent niet per se.

Doesn't necessarily mean.

Dat het ook daadwerkelijk goed is.

That it is actually good.

Er zijn veel historische voorbeelden.

There are many historical examples.

Van nazisme.

From Nazism.

En de relaties tussen mensen.

And the relationships between people.

Worden dan met name contractrelaties.

Especially contract relationships are established.

In een democratie.

In a democracy.

Is er dus geen polis meer.

So there is no policy anymore.

Is er geen gedeeld goed meer.

There is no longer any common good.

Een van de problemen die we nu hebben.

One of the problems we have now.

Hoe kunnen we dan.

How can we then?

Subgemeenschappen hebben.

Sub-communities exist.

Of dat we zeggen.

Or that we say.

We gaan waardevol leven.

We are going to live meaningfully.

Dat doe je maar achter de voordeur.

You only do that behind closed doors.

En wat daarna de voordeur gebeurt.

And what happens next at the front door.

Dat wordt dan maar een contract.

Then it will just be a contract.

Dus je moet belasting betalen.

So you have to pay taxes.

En we gaan stemmen.

And we are going to vote.

En die partij mag de poed verdelen.

And that party may distribute the powder.

Contract of opgelegd.

Contract imposed.

Er is geen rationaliteit meer achter.

There is no longer any rationality behind it.

En geen gedeelde overtuiging meer.

And no shared belief anymore.

En dat is natuurlijk een belangrijk probleem.

And that is of course an important problem.

Waar we nu mee te maken hebben.

What we are dealing with now.

Vandaar mijn vraag.

Hence my question.

Stefan's vraag was eigenlijk ook.

Stefan's question was actually as well.

Vanuit die ironie.

From that irony.

Vanuit het absurdistisch wereldbeeld.

From the absurdist worldview.

Daar kan je geen moreel appel op doen.

You can't make a moral appeal on that.

Als je in de verdrukking bent.

When you are under pressure.

Of als jij.

Or if you.

En andere kunnen geen.

And others cannot.

En andere kunnen geen appel op jou doen.

And others cannot make a claim on you.

Ja ze kunnen het wel doen.

Yes, they can do it.

Maar dat is geen verplichting.

But that is not an obligation.

Dat is geen zekerheid.

That is not a guarantee.

Nou ja Nietzsche zou wel zeggen.

Well, Nietzsche would say.

Denk ik.

I think so.

Nietzsche zou een utilistische moraal aanhouden.

Nietzsche would adopt a utilitarian morality.

Dus luister eens.

So listen up.

Dat is een moraal die kijkt naar.

That is a moral that looks at.

Ja je doet iets.

Yes, you are doing something.

En je moet iets doen.

And you have to do something.

Op het moment dat het meer geluk.

At the moment, it is more luck.

Of goed voorbrengt.

Or brings forth well.

Dan ongeluk.

Then accident.

Dus dingen zijn niet in zichzelf goed of slecht.

So, things are not good or bad in themselves.

Dat zou een god veronderstellen.

That would presume a god.

Maar Nietzsche zegt.

But Nietzsche says.

Je keert zich bijvoorbeeld tegen medelijden.

You turn against pity, for example.

Dat je kunt zeggen.

That you can say.

Nou dat is een christelijke dood.

Well, that is a Christian death.

Maar hij zegt.

But he says.

Ja maar wat je doet in medelijden.

Yes, but what you're doing is pity.

Zegt hij.

He says.

Is dat je een hierarchische relatie aangaat.

Is that you enter into a hierarchical relationship?

Want jij staat ernaast.

Because you are on the sidelines.

En je zegt.

And you say.

Ja maar kijk.

Yes, but look.

Met jou gaat het niet goed.

You're not doing well.

En ik ga nu medelijden hebben met jou.

And I am going to feel sorry for you now.

En dan zegt hij.

And then he says.

En je maakt die persoon.

And you make that person.

Maak je daar niet sterker van.

It doesn't make you stronger.

Dus wat je eigenlijk doet.

So what you're actually doing.

Als je medelijden hebt.

If you have pity.

Is dat je de hoeveelheid lijden.

Is that your amount of suffering?

Vermeerdert.

Increases.

En dat.

And that.

Moet je niet doen.

You shouldn't do that.

Dus wat moet je wel moeten doen.

So what should you really do?

Je moet naast iemand gaan staan.

You need to stand next to someone.

Geen verantwoordelijkheid overnemen.

Do not take responsibility.

Dus we zouden zeggen.

So we would say.

Je moet die persoon empoweren.

You need to empower that person.

Dus er is wel degelijk.

So there is indeed.

Een ethiek denkbaar richting.

A conceivable direction of ethics.

Om het maar christelijk te zeggen.

To put it in a Christian way.

De naaste.

The nearest.

In een wereld waarin god dood is.

In a world where God is dead.

Maar voor duidelijkheid.

But for clarity.

Of dat een full blown.

Or that a full blown.

Nou ja.

Well, then.

Waarop is die te funderen.

What is that based on?

Kijk.

Look.

Het is niet natuurlijk om te beweren.

It is not natural to claim.

Dat na de dood van god.

That after the death of God.

Het een amoreel zootje werd.

It became an amoral mess.

Integendeel.

On the contrary.

En dat valt wel mee.

And that's not so bad.

Mijn punt is.

My point is.

Als het klopt.

If it's true.

Wat Nietzsche zegt.

What Nietzsche says.

Wat jij net zei.

What you just said.

Dan blijft het een beetje binnensmokkelen.

Then it remains a bit sneaky.

Van waarden op allerlei manieren.

From values in various ways.

Die ergens geen fundering meer hebben.

That no longer have a foundation anywhere.

Dus ook dat utilisme.

So also that utilitarianism.

Je kunt maar rationeel uitleggen.

You can only explain rationally.

Wijs en spreken.

Wise and speak.

Dat het goed voor de samenleving is.

That it is good for society.

Als de hoeveelheid pijn verminderd wordt.

If the amount of pain is reduced.

En hoeveelheid goed genot vermeerderd wordt.

And the amount of good enjoyment is increased.

Maar waarom zou ik mij dan nu.

But why would I do it now?

Op dit moment aan toewijden.

Devote at this moment.

Of daar een offer voor brengen.

Or offer something for it.

Als ik daar niet voor voel.

If I don't feel like it.

Dat blijft het punt.

That remains the point.

En dat is natuurlijk de crisis die er ook is.

And that is of course the crisis that is also present.

En dan kun je zeggen.

And then you can say.

Verlicht eigen belang.

Enlightened self-interest.

Want op het moment dat jij nu niet voor Jantje zorgt.

Because at the moment you are not taking care of Jantje.

Dan zorgt Jantje later niet voor jou.

Then Jantje won't take care of you later.

En dat institutionaliseren we in pensioenstelsels.

And we institutionalize that in pension systems.

En verzekeringen.

And insurances.

Maar ik denk.

But I think.

Inderdaad dat het een probleem is.

Indeed, it is a problem.

Om.

Om.

Om echt een groter gebouw te verlichten.

To really light up a larger building.

Het eigen belang werkt vaak ook niet.

Self-interest often doesn't work either.

Als het gaat om bijvoorbeeld internationale solidariteit.

When it comes to, for example, international solidarity.

Dat je mensen gaat helpen.

That you are going to help people.

Vluchtelingen van de wereld.

Refugees of the world.

Die nooit meer.

Never again.

Die je waarschijnlijk nooit gaat zien.

That you will probably never see.

Of die je nooit gaat tegenkomen.

Or that you will never encounter.

Die nooit iets terug gaan doen.

Those who will never do anything in return.

Ik bedoel het niet als kritische ondervraging.

I don't mean it as a critical interrogation.

Want ik kan het wel volgen.

Because I can keep up with it.

Je verhaal.

Your story.

Maar dit zijn wel vragen die dan overblijven.

But these are the questions that remain.

Waar je mee blijft worstelen.

What you continue to struggle with.

En wat je dan vaak ziet.

And what you often see then.

Is dat mensen dan zeggen.

That's what people say then.

Nou weet je.

Well, now you know.

Laten we dan maar weer teruggaan.

Let's go back then.

Naar een op God gebaseerde moraal.

Towards a God-based morality.

Lijkt me heerlijk.

Seems delightful to me.

Maar dat kan dus niet.

But that is not possible.

Maar die deur is dicht.

But that door is closed.

Ja.

Yes.

Bedoel je voor de samenleving.

Do you mean for society?

Want er zijn natuurlijk veel mensen.

Because there are of course many people.

Die beleiden dat God niet dood is.

They profess that God is not dead.

Maar wel als hoeksteen van de cultuur.

But as a cornerstone of culture.

Of hoeksteen van de samenleving.

Or cornerstone of society.

Je ziet dat in allerlei vormen.

You see that in various forms.

Van restauratie.

From restoration.

Ik word een beetje holo.

I am getting a bit hollow.

Maar de Threat Wives heb ik vorige week geleerd.

But I learned the Threat Wives last week.

Dus vrouwen.

So women.

Die een traditioneel rolmodel aanhangen.

Those who adhere to a traditional role model.

En daar trots op zijn.

And be proud of it.

Het schijnt hip te zijn.

It seems to be trendy.

Bepaalde constructieve kringen.

Certain constructive circles.

Het is natuurlijk wel weer een vorm van restauratie.

It is, of course, another form of restoration.

Tenminste zo interpreteer ik dat.

At least that's how I interpret it.

Wilders, Baudet, Trump.

Wilders, Baudet, Trump.

Zijn allemaal mensen.

They are all people.

Die op een restauratieve agenda.

That is on a restorative agenda.

Proberen de kiezers te behalen.

Trying to win over the voters.

Restauratie is dan.

Restoration is then.

God is dood.

God is dead.

Maar we gaan proberen iets van dat raamwerk.

But we are going to try something from that framework.

Iets van conservatisme.

Something of conservatism.

Maar dat is dan niet alleen aan die kant.

But that is not only on that side.

Dat is ook aan de kant van de politiek.

That is also on the side of politics.

Waar men krampachtig probeert.

Where one is desperately trying.

Op een of andere manier vast te houden.

To hold on in some way.

Aan universele mensenrechten.

To universal human rights.

En al die hoekstenen en ankers die we geschapen hebben.

And all those cornerstones and anchors that we have created.

We moeten toch goed zijn voor de vluchtelingen.

We must be good to the refugees.

En dan vraagt een heel deel van de bevolking.

And then a large part of the population asks.

Waarom zouden we dat nu verder zouden moeten?

Why should we have to pursue that further now?

En dan zit je met je mond vol tanden.

And then you are left speechless.

Dat noemde Arno Grunberg bij ons.

Arno Grunberg mentioned that to us.

Die het verdiept in de vluchtelingencrisis.

That delves into the refugee crisis.

Die zei dat het een crisis van het humanisme.

That said it is a crisis of humanism.

Want ja, dat christelijke wereldbeeld.

Because yes, that Christian worldview.

Onder die internationale solidariteit.

Under that international solidarity.

Die kruimelt.

It crumbles.

En nu hebben we een probleem.

And now we have a problem.

Het idee van die mensenrechten.

The idea of those human rights.

Daar is de persoon van Kant heel erg belangrijk.

There, the person of Kant is very important.

Dus misschien heeft Grunberg dat.

So maybe Grunberg has that.

Maar Kant is heel erg geïnspireerd door de Stoa.

But Kant is very much inspired by the Stoa.

De Stoïcijnen hadden heel erg dat idee.

The Stoics had that idea very much.

Er is een orde.

There is an order.

Logos.

Logos.

En wij mensen hebben ook logos.

And we humans also have logos.

En daarom kunnen wij die logos zien.

And that's why we can see those logos.

En iemand heeft waarde.

And someone has value.

In zoverre die persoon betrekking heeft tot de logos.

Insofar as that person relates to the logos.

Dus.

So.

En die Stoïcijnen die waren de eerste.

And those Stoics were the first.

Die zeiden ja maar die barbaren.

Those said yes but those barbarians.

Die Aristoteles nog tot slaaf wilde maken.

That Aristotle still wanted to enslave.

Die hebben dat vermogen ook.

They have that ability too.

En moeten we daarom respecteren.

And we must therefore respect it.

Dus bij de Stoa.

So at the Stoa.

Begint het idee.

The idea begins.

Dat je mensen moet.

That you have to like people.

Bepaalde rechten.

Certain rights.

Dat je die moet respecteren.

That you must respect.

Op basis van het idee.

Based on the idea.

Dat ze mens zijn.

That they are human.

In zoverre ze beschikken hebben.

Insofar as they have.

Over die rationaliteit.

About that rationality.

En Kant doet dat.

And Kant does that.

Ook.

Also.

Dus Kant wil naar een fundering van de ethiek.

So Kant wants to establish a foundation for ethics.

Kant was een christen.

Kant was a Christian.

Maar wil naar een fundering van de ethiek.

But I want to get to a foundation of ethics.

Die buiten het christendom ligt.

That is outside of Christianity.

Juist omdat hij weg wilde blijven.

Just because he wanted to stay away.

Van ja maar ik heb een andere god.

Yes, but I have another god.

Dus ik hoef niet.

So I don't have to.

Ook een fascinerende geschiedenis.

Also a fascinating history.

Hebben we ook een aflevering over gemaakt.

We also made an episode about it.

De waarde van de mens.

The value of a human.

En hoe dat historisch en religieus.

And how that is historical and religious.

Dan hoop ik dat ik dat goed heb uitgehandeld.

Then I hope I have handled that well.

Kant is zeker langsgekomen.

Kant has definitely dropped by.

Ik weet niet of de Stoa ook langskwam erin.

I don't know if the Stoa was also included in it.

Maar goed.

But alright.

Dat zou ik even terug moeten luisteren.

I would need to listen to that again.

Oh dit is ook langsgekomen.

Oh, this has also come by.

Ik zal even een linkje naar deze aflevering.

I will just send a link to this episode.

En nog andere afleveringen.

And other episodes.

Die ook verband houden met de thematiek.

Which are also related to the theme.

Die we hier besproken hebben.

That we discussed here.

Ik moet denken aan Paul van Tongeren.

I have to think of Paul van Tongeren.

Ik moet denken aan Gergoot.

I have to think of Gergoot.

Zal ik ook in de show notes plaatsen.

I will also place it in the show notes.

Dus kunnen mensen nog meer luisteren.

So people can listen even more.

Ze hoeven dat niet te luisteren.

They don’t have to listen to that.

Ze kunnen gewoon een hart volgen.

They can just follow a heart.

Precies.

Exactly.

Ja dat vind ik wel een interessante voorzetje.

Yes, I find that an interesting suggestion.

Wat je geeft Stefan.

What you give, Stefan.

We begonnen natuurlijk die aflevering.

We naturally started that episode.

Ook met dat je zei.

Also with what you said.

Dat advies van volg je eigen wil.

That advice of following your own will.

Zoek het zelf maar uit.

Figure it out yourself.

Je moet het eigenlijk zelf gaan bepalen.

You actually need to determine it yourself.

Dat is geen goed advies.

That is not good advice.

Dat vond je bijna emotionele verwaarlozing.

You considered that to be almost emotional neglect.

Wat moet je wel zeggen?

What should you say?

Wat kan je wel zeggen?

What can you say then?

Tegen een jongere.

Against a younger person.

Of überhaupt een mens.

Or even a human being.

Die jou vraagt.

That asks you.

Menno.

Menno.

Jij bent filosoof.

You are a philosopher.

Ik weet niet wat ik moet met mijn leven.

I don't know what to do with my life.

Geef me eens advies.

Give me some advice.

Wat kan je wel zeggen dan?

What can you say then?

Ja ik zou zeggen.

Yes, I would say.

Dat je een gevoel moet ontwikkelen.

That you need to develop a feeling.

Dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten.

That we're all in the same boat.

Dus we moeten het doen met wat er is.

So we have to make do with what there is.

Dat is niet bijster veel.

That's not very much.

In veel gevallen.

In many cases.

Maar we zijn geworpen.

But we are cast.

Zoals Heidegger zou zeggen.

As Heidegger would say.

Als een hond op deze aarde.

Like a dog on this earth.

Dus we moeten niet teveel verwachten.

So we shouldn't expect too much.

Tegelijkertijd moet je zien.

At the same time, you must see.

Dat er nog veel speelruimte is.

That there is still a lot of room for maneuver.

En ik denk.

And I think.

Maar dat komt ook omdat ik nu 50.

But that is also because I am now 50.

Ben geworden.

Have become.

En ook nadenken over.

And also think about.

Ja maar wat betekent het nou.

Yes, but what does it mean?

Om ouder te worden.

To grow older.

En ik denk dat een nieuwsgierige.

And I think that a curious.

En speelse.

And playful.

En een open geest.

And an open mind.

Dat dat een heel groot kapitaal is.

That that is a very large capital.

En hoe kun je dat nou cultiveren.

And how can you cultivate that?

Aan de enerzijds denk ik.

On one hand, I think.

Om jezelf dus heel serieus te nemen.

To take yourself very seriously.

En serieus te studeren.

And studying seriously.

In mijn geval.

In my case.

Of serieus grond te bewerken.

Or seriously to cultivate the ground.

Dus wat je doet.

So what you do.

Heel erg serieus.

Very serious.

Maar tegelijkertijd ook helemaal.

But at the same time, completely.

Niets.

Nothing.

Weinig verwachtingen.

Few expectations.

Maar ook de toevalligheid van je bestaan.

But also the randomness of your existence.

Inzien.

Review.

Ik zou ook zeggen.

I would say so too.

Wees niet te jaloers op anderen.

Don't be too jealous of others.

Anderen die hebben hun 15 minutes of fame.

Others have their 15 minutes of fame.

Juichen ze toe.

They cheer.

Ik denk dat een bepaalde grootsheid.

I think there is a certain grandeur.

Die moet je cultiveren.

You need to cultivate that.

Maar zij zullen ook een keer van de podium afvallen.

But they will also fall off the stage at least once.

En jij mag ook een keer de podium op.

And you can also go on stage once.

Maar ga daar in godsnaam.

But go there for God's sake.

Klamp je daar niet aan vast.

Don't hold on to that.

En weet dat je faalt.

And know that you are failing.

Maar doe dat in stijl.

But do it in style.

Ik vind dat heel erg belangrijk.

I find that very important.

Het zal niet goed aflopen.

It will not end well.

Maar faal in stijl.

But fail in style.

Dat is het enige.

That is the only thing.

En wees aardig voor mensen en dieren.

And be kind to people and animals.

Toch de dieren.

Still the animals.

Toch ook de dieren.

Yet also the animals.

Je bent echt veranderd.

You have really changed.

Ik ben helemaal bekeerd.

I am completely converted.

Ik zat even te snel te tellen.

I was counting a bit too quickly.

Maar nog even doorgaan.

But let's keep going for a moment.

Je hebt tot 10 geboden.

You have up to 10 commandments.

Het zijn inderdaad verschillende adviezen.

Indeed, they are different pieces of advice.

Mooie adviezen.

Nice advice.

Ja, absoluut.

Yes, absolutely.

Ik moest tijdens het gesprek ook wel een paar keer denken aan de citaat van jou.

I had to think of your quote several times during the conversation as well.

Dat ik tegenkwam in een.

That I encountered in a.

Column.

Column.

Jij schrijft erin.

You write in it.

Ik dacht droom veel.

I dream a lot.

Fantaseer.

Fantasy.

Heb meninkjes.

Have little thoughts.

Voorkeuren en overtuiginkjes.

Preferences and little beliefs.

Maar echt denken wat de filosoof eigenlijk zou moeten doen.

But truly think about what the philosopher should really do.

Nee.

No.

Ik ben veel te bang dat ik zou ontdekken dat 95% van wat ik voor waar of waardevol houd.

I am much too afraid that I would discover that 95% of what I hold to be true or valuable.

Onhoudbaar.

Unsustainable.

Contradictoire of stomweg onwaar zal zijn.

Contradictory or simply untrue will be.

Dat is ook iets wat we in dit gesprek natuurlijk geproefd hebben.

That is also something we have of course tasted in this conversation.

Dat filosofie ook wel een zeker gevaar in zich heeft.

That philosophy also has a certain danger in it.

Dat je bijna alle fundamenten onder het bestaan kan weggeven.

That you can give away almost all the foundations of existence.

Denken.

Think.

En dat door zo'n redoxionisme dat eigenlijk weinig overblijft.

And that through such a redoxionism, there is actually little left.

Neem David het nu te ernstig op.

Is David taking it too seriously now?

En is dit nou juist een voorbeeld van die ironie.

And is this really an example of that irony?

Waarmee het bestaan benadert.

With which existence is approached.

Dit is.

This is.

Ja.

Yes.

Nou, ik zit hier je eigen woorden.

Well, I am sitting here with your own words.

Je bent zelf serieus en toch niet serieus nemen.

You take yourself seriously and yet do not take yourself seriously.

Ik neem mezelf serieus en ik doe het serieus.

I take myself seriously and I do it seriously.

Dus dus dus.

So so so.

Want want het tegenovergestelde is dan maar tegen de klippen op vol houden.

Because the opposite is just holding on against the rocks.

Dat die ankers er wel zijn.

That those anchors do exist.

Ja.

Yes.

Dus ik kom wel eens.

So I do come sometimes.

Ik kom wel eens.

I come occasionally.

Misschien is het leuk.

Maybe it's fun.

Voor de voor de doelgroep.

For the target audience.

Ik kom wel eens.

I come sometimes.

Ik heb weleens discussies met gelovigen die zeggen.

I sometimes have discussions with believers who say.

Ja, maar niet.

Yes, but no.

Dan krijg je toch niet je liste.

Then you won't get your list.

Kun je toch beter in een god geloven?

Wouldn't it be better to believe in a god?

Ja, maar dat is een opportunistisch argument.

Yes, but that is an opportunistic argument.

God zou daar niet tevreden mee zijn.

God would not be pleased with that.

Dat je bijna utilistisch denkt van oké, we hebben het nodig.

That you almost think utilistically, like okay, we need it.

Ja.

Yes.

En daarom geloof ik in God.

And that is why I believe in God.

Zoals als ik ook een mooie quote mag.

Just as I would also like a nice quote.

De Amerikaanse filosoof Charles Laumoor.

The American philosopher Charles Laumoor.

Die zegt ergens.

That says somewhere.

God is zo groot dat hij niet hoeft te bestaan.

God is so great that he does not need to exist.

Dus hij moet niet een instrument worden voor ons.

So he should not become an instrument for us.

Een stutje voor ons denken.

A support for our thinking.

Een stut voor de moraal.

A prop for morale.

Daar is God te groot voor.

That is too great for God.

Maar toch, Stefan, was ik nog even benieuwd naar jou.

But still, Stefan, I was a bit curious about you.

Jij theologiseert en filosofeert natuurlijk ook.

You theologize and philosophize, of course, too.

Loekwijs, ja.

Loekwijs, yes.

Op los.

On loose.

Ik hoorde Meadow nu ook een paar keer zeggen van ja.

I heard Meadow say yes a few times now too.

Om te doen alsof die ankerpunten er nog zijn.

To pretend that those anchor points still exist.

Ik ben benieuwd hoe jij daarnaar luistert.

I'm curious how you listen to that.

Want jij als christelijk theoloog geloof jij natuurlijk nog wel dat dat ankerpunt er is.

Because you, as a Christian theologian, of course still believe that there is that anchor point.

Het gekke is dat ik heel veel.

The funny thing is that I have a lot.

Dus ik stel mezelf nog een beetje met te onderzoeken.

So I still need to investigate myself a bit.

Ik herken hier dus heel veel in.

I recognize a lot in this.

In deze levenshouding.

In this attitude towards life.

En bij mij komt die gek genoeg dan weer voort uit geloof.

And for me, that strangely comes from faith.

Dus de zelfrelativering.

So the self-deprecation.

Het besef dat je dan niet alles begrijpt.

The realization that you don't understand everything then.

Dat je waarschijnlijk 35% van het geval het fout hebt.

That you probably have it wrong 35% of the time.

En dat rationaliteit ook niet alles is enzovoort.

And that rationality is not everything, etc.

Ik ben een Augustiniaan, zeg maar.

I am an Augustinian, so to speak.

Meer dan een Nietzjaan.

More than a Nietzschean.

Dus voor mij is de grond.

So for me, it is the ground.

De mens is niet een rationeel wezen, maar een liefhebbend wezen.

Man is not a rational being, but a loving being.

Je probeert te grijpen waardoor je gegrepen bent, zeg maar.

You try to grasp what has grasped you, so to speak.

Dat is misschien een toonverschil.

That might be a difference in tone.

Ik weet het niet zo goed.

I don't know very well.

Het grappige is dat als jij vertelt over die zelfironie en zo.

The funny thing is that when you talk about that self-irony and stuff.

En dan zit ik te knikken.

And then I sit nodding.

Ja, dat ken ik wel.

Yes, I know that well.

Een zekere lichtvoetigheid waarmee je door het leven gaat.

A certain lightness with which you go through life.

Ondanks dat je weet, als ik het op christelijke wijze.

Despite knowing that, if I do it in a Christian way.

Dat je veilbaar bent, zondig.

That you are vulnerable, sinful.

En dat je van genade moet leven.

And that you must live by grace.

Dat is iets wat mij erg op het lijf geschreven staat.

That is something that suits me very well.

Ik vind, ja, ik word zelf ook altijd een beetje verdrietig.

I think, yes, I also always get a little sad myself.

Of benauwd.

Or suffocated.

Van gelovigen of ongelovigen.

Of believers or non-believers.

Die het allemaal zo bloedzeker weten.

Those who know it all so for sure.

En constant.

And constant.

En ook graag willen dat jij het allemaal.

And also want you to have it all.

Terwijl ik wel heel veel vertrouwen heb.

While I do have a lot of confidence.

Nou ja, oké.

Well, okay.

Zelfonderzoek.

Self-examination.

Ga door.

Go ahead.

Nou, mooi.

Well, nice.

Ik wiep aan het begin natuurlijk die spanningsbogen op.

I obviously build up the tension arcs at the beginning.

Van gaan de natuurliefhebber en de natuurbabaar elkaar nog ergens vinden.

The nature lover and the nature enthusiast will still find each other somewhere.

En dat is eigenlijk wel compleet gelukt.

And that actually turned out completely successful.

We gaan nu bier drinken.

We are going to drink beer now.

Jij hebt zelfs nog.

You still have some.

Ja, precies.

Yes, exactly.

Bier drinken.

Drinking beer.

Ik lust geen bier.

I don't like beer.

Oh, kijk.

Oh, look.

Is er toch nog één kloof intact gebleven.

There is still one gap that has remained intact.

Dat is toch fijn.

That's nice, isn't it?

Je moet elkaar ook niet.

You shouldn't like each other either.

Niet al te dicht naderen af en toe.

Don't come too close from time to time.

Maar soms ook een beetje af en toe.

But sometimes also a little bit now and then.

Maar nou, dankjewel.

But now, thank you.

Heel graag gedaan.

You're very welcome.

Ik vond het een waar genoegen.

I found it a true pleasure.

Dank jullie wel.

Thank you very much.

Nou, mooi.

Well, nice.

Leuk dat je er was.

Nice that you were there.

Dank ook aan de luisteraars.

Thanks also to the listeners.

Ja, je kan ons volgen.

Yes, you can follow us.

Instagram, de ongelofelijke.

Instagram, the incredible.

Plaats ook altijd fotootjes, videootjes van de afleveringen.

Always include photos and videos of the episodes as well.

LinkedIn.

LinkedIn.

Je komt ons wel tegen op verschillende plekken.

You willEncounter us in various places.

Dus tot zover.

So far, so good.

En hopelijk tot volgende week.

And hopefully see you next week.

Ja.

Yes.

Continue listening and achieve fluency faster with podcasts and the latest language learning research.